89 prompt afgeschaft, de positie als hoofd kwam daardoor onder een zekere spanning te staan, een verbetering van het onder wijs kon dat bezwaarlijk zijn. De eenheid van de Hupie-stijl hield niet in dat de verschil lende geaardheid van de onderwijzers geen verschillen in de klassebehandeling te zien gaf. Er waren muzikale onderwijzers, zoals Sturing, Kuyper en Eikelenboom en onmuzikale zoals Westerveld en omdat muziek geen eigenlijk schoolvak was, werd er dus bij Westerveld niet gezongen. Merkwaardigerwijze was de niet-zingende Westerveld ook vrij wat strenger, misdragingen werden bij hem zwaarder aan gerekend. Zo'n wandaad vond bij hem zijn bestraffende uit drukking in een aparte aantekening, een z.g. „slechte beurt". Schoolblijvenen straffen. Bij Westerveld gebeurde die „slechte beurten"-administra- tie in een boekje dat moest worden bijgehouden door de „knapste" jongen van de klas, bijzonder weinig pedagogisch, dacht ik, omdat wij in die knaap, die door zijn meerdere brave knapheid bij ons toch al in een slecht licht stond, door die hate lijke boekhouding van onze tekortkomingen en zijn eigen be trekkelijke onkwetsbaarheid, unaniem een „rotjoch" gingen zien. Daar kwam nog bij datje bij „Westerpik" al voor één enkele „slechte beurt" per ochtend of per namiddag, moest school blijven. Bij de meeste andere meesters kwam bij het eerste de lict je naam als aan een schandpaal in de rechterbovenhoek van het schoolbord te staan, dat werd dan nog overigens straffeloos gepasseerd, pas bij een tweede vergrijp betekende dat bestraf fing o.a. door schoolblijven. Dat werd dan aangegeven door een streepje achter je naam. Lawaai maken en snoepen in de klasse leverden altijd zulke kwalijke notities op, of ook falikante antwoorden bij het over horen van huiswerklessen. Onoplettendheid werd altijd zwaar gestraft. Wij hadden grote waardering voor de verhaaltjes uit onze schoolleesboekjes, zo groot, dat wij bij het lezen in de klas altijd graag naar stukjes achter in het boekje zaten te speu-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1966 | | pagina 91