96
al ook Dr. Brongersma wiens statige geklede jas de juiste ver
houding schiep met Hupie's keurige jaquet, evenals de „hoge
zxje" dat harmonisch teweeg bracht met Hupie's kaasbolletje.
Ja, Hupie's kaasbolletje, dat vermaarde hoofddeksel dat altijd
bij hem was. Het stond enigszins vooroverhellend op zijn te
armelijk behaarde glimmende schedel óf, afgenomen bij het
binnenkomen van een klasse-lokaal, hield hij het voor de mond
en praatte er achter tegen de onderwijzer of tegen de jongens.
Dat miste nooit, een wonderlijke gewoonte die ik nooit van
iemand anders heb gezien. Die toespraken tegen ons waren al—
tijd doodernstig, soms op bestraffende toon, als er ergens
kattekwaad was bedreven, soms ook wel vreugde-wekkend
als er b.v. ijsvrij in de winter mee werd aangekondigd. Even
min als van enkele van de H.B.S.-leraren kregen wij van hem
ooit anders dan bij hoge uitzondering een echt lachen te
zien.
Hupie had uiteraard veel meer in zijn mars dan zo naar
buiten voor ons bleek. Naar ik meen werkte hij H.B.S.-knaap-
jes bij in de wiskunde-vakken als dat door ziekte of zo te pas
kwam, ook zal hij in die dagen wel deel hebben uitgemaakt van
examencommissies op onderwijsgebied.
Ik ken het huis waarin hij heeft gewoond maar al te goed,
deze regels over hem zijn geschreven in de kamer die ook hem
tot studeerkamer zal hebben gediend. Hij zal hier ook op echte
H.B.S.-leraars-manier jongens in huis hebben gehad, de hui
zen zijn er bijna zichtbaar op gebouwd.
Een echte onderwijsman houdt van het onderwijs en geeft
dus ook graag zelf les. Hupie was, zoals toen gebruikelijk, al
leen maar hoofd der school", had dus geen klas, maar als de
baas van de school die opleidde voor de oude wiskunde-H.B.S.,
die op haar beurt weer op Delft aanstuurde, ging de wiskunde-
bagage van zijn scholieren hem duidelijk zeer ter harte, zo
zeer dat hij ons in de hoogste klasse wekelijks een uur lang te
lijf §m§ met een soort van rekenarij die op de een of andere ma
nier uitging boven het gewone lagere school rekenen. Wij noem
den dat een uur „theorie van Hupie", vonden het moeilijken
waren er dus niet zó verzot op. In dat uur zagen wij Hupie zoals