HERINNERINGEN VAN MEVROUW A. DE JONG LUITEN De redaktie prijst zich gelukkig een keuze te hebben mogen maken uit de aantekeningen van mevrouw A. de Jong-Luiten, over toestanden in Haarlemse volksbuurten aan het begin van deze eeuw. De redaktie is vooral gelukkig omdat slechts zelden dit soort herinneringen worden opgeschreven en gepubliceerd, in de tweede plaats omdat zij uit de ver zameling van mevrouw De Jong een viertal unieke foto's mocht publiceren, die het geschrevene goed illustreren. In dit verhaal wil ik de leefwijze en de woningtoestand vertellen vanaf het jaar 1915, zoals ik mij die herinner en die mij nog steeds levendig voor de geest staat. Met enkele foto's wil ik die illustreren. Die tijd was bepaald niet rooskleurig, eerder miserabel. De arbeider had moeite om zijn gezin te onderhouden en de winkeliers moesten de grootste moeite doen om geen klanten te verliezen. Hun handel ging vaak maar met een paar centen winst. Veel moest met halve onsjes worden uitgewogen, sla olie, raapolie en azijn gingen per maatje, lucifers per doosje en aardappelen werden per kop verkocht. In de oorlogsjaren 19141918 was het bovendien extra moeilijk om eten op tafel te krijgen. Bij de centrale keuken kon ieder, tegen be taling, bruine bonen of erwtensoep krijgen. De mensen ston den in lange rijen met een emmer in de hand te wachten. Hoewel men toen al aardig bezig was om betere woningen te bouwen, waren deze voor de arbeiders toch nog niet te be talen. In de hopeloze krotten in de oude binnenstad was de huishuur van een woning die in een slop achter een ander huis lag 75 cent of één gulden per week. Het spook der werk loosheid had bij velen zijn intrede gedaan. Afschrikwekkende armoede bracht veel ondervoeding, vooral bij kinderen, en het sterftecijfer was hoog. De meeste vrouwen probeerden er wat bij te verdienen door uit werken te gaan of door voor anderen te strijken en naai-, stop- en verstelwerk te doen. Ook

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1967 | | pagina 105