115
sluizen te Spaarndam, en trachtte de inbraken verder te
dichten. Haarlem was het met de gang van zaken niet eens en
de protesten en processen, daarover ontstaan, duurden voort.
Haarlem had n.l. sedert 1506 een overtoom „an dat West-
eynde van Sparendamme", waartoe Rijnland in dat jaar ver
gunning had verleend bij de volgende acte:
,,Die dijcgrave ende hyemraden van Rijnlant hebben ghe-
consenteert die stede van Haerlem doir versoeck van den
burgemeester geryt van scoten mitten tresoryeren omme tot
der voirss, stede behoef te mogen doen maken ende setten
een overtome an dat westeynde van sparendamme om die
selve overtome te mogen doen maken alst hemluyden aider nutste
ende bequaemste duncken ende wesen sal ende hebben voirt
geconsenteert tot behoef der voirss. stede dat alle die scuyten
daer over lijdende vrij sullen wesen van den sluysgelde sonder
yet dair of te geven mit condicyen ende voirwairden dat die
stede van Haerlem voirss. nu noch tot genen dagen enyge
oncosten up die voirss. scuyten setten sullen mogen mer sullen
die voirss. overtoem maken ende onderhouden tot der voirss.
stede laste ende coste so dat behoirt ende buyten laste ende
coste van den gemenen lande van Rijnlant duyerende tot
den hogen hyemraets wederseggen toe ende neyt langer. Ge-
daen up sinte pieters scouwe anno VI." (22 februari 1506) 5
Deze overtoom was tengevolge van de dijkwerken tijdelijk
buiten gebruik en Haarlem zag langzamerhand de handel
verlopen, daar de kooplieden andere vaarwegen kozen om
hun waren te vervoeren, zoals de Vecht. De stad zag zich in
haar aanspraken op een vrije doorvaart de steun der lands
regering ontvallen, en de spanningen namen toe. Plotseling
namen de gebeurtenissen een dramatische wending.
Het jaar 1517 werd voor Spaarndam met recht een ramp
jaar. Omstreeks Pasen (12 april) brak opnieuw tijdens een
storm een „gestopte waal" een afgedamde inbraak bij
Spaarndam door. Onmiddellijk namen hoogheemraden
maatregelen, maar de werklieden ter plaatse en de Spaarn-
dammers waren bevreesd voor een geheel ander gevaar dan
het watergeweld. De Gelderse benden, versterkt met opstan-