123 het sluisje als keersluis behouden óf het sluisje uitbreken en de dijk doortrekken. Terwijl nu dijkgraaf en hoogheemraden hierover beraadslaagden, kwamen B. W. van Haarlem terug op hun eerder schrijven van 2 juli en stelden op 7 october 1888, dat, hoewel, volgens een in 1877 gevoerde briefwisseling tussen dijkgraaf en hoogheemraden en Gedeputeerde Staten van Noordholland betreffende het uitdiepen van het Spaarne tot 4.20 A.P., Rijnlands directe zorg zich niet uitstrekte tot de bevordering van handel en scheepvaart, Haarlem toch zeer gaarne de zeescheepvaart door het Noordzeekanaal ge deeltelijk tot zich wilde trekken en dus een ruime nieuwe sluis te Spaarndam wenste. Derhalve stelden B. W. van Haarlem voor de Grote- en Kolksluis, met inachtneming van het waterschapsbelang van Rijnland, van het hoogheemraadschap over te nemen tegen afstand van de Kleine sluis. Rijnland antwoordde, 15 decem ber 1888, dat het niet aan Haarlems verzoek kon voldoen. Het wenste de opruiming van de Kleine sluis gescheiden te houden van enig voorstel omtrent de Grote- en Kolksluis. Wél wilde Rijnland medewerken om een van de drie sluizen ge schikt te maken voor het schutten van zeeschepen. Haarlem stelde daarop 5 april 1889 de opruiming der Kleine sluis niet meer ter discussie, maar wenste wel de onderhandelingen voort te zetten over een nieuwe sluis. Rijnland trok daarop de 29e juni het verzoek tot opheffing der Kleine sluis in en ver klaarde zich bereid over het laatste punt verder te onder handelen. Die onderhandelingen, waarin ook het Rijk ge mengd werd, gaven aanleiding tot uitvoerige notawisselin gen20. Omstreeks 1893 liet men het plan tot de bouw van een ge heel nieuwe sluis varen en richtte de aandacht van Rijnland en Haarlem zich op de vergroting van een der bestaande sluizen te Spaarndam, en wel de Grote-(Haarlemmer)sluis. Op 20 october 1894 keurde de Verenigde Vergadering van Rijnland de overeenkomst met Haarlem ter zake van de ver ruiming van de Grote sluis goed, nadat medewerking was verkregen van Gedeputeerde Staten van Noordholland. In

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1967 | | pagina 125