20 had zich terug te trekken uit het onderwijs, greep hij, geïrri teerd door de dwang in zijn vak, die gelegenheid aan, ging met pensioen en trad in functie bij de N.V. C. G. van Tu- bergen op „Zwanenburg". In 1946 volgde hij de heer J. F. Gh. Dix op als redacteur van het Weekblad voor Bloembollen cultuur, welke taak hij tot 1955 met ijver en pleizier vervulde. Het bracht hem in contact met de journalisten, welk contact wederzijds bijzonder gewaardeerd werd. Daarnaast vervulde hij gedurende veertig jaar de functie van secretaris van de afd. Haarlem en omstreken der Maat schappij voor Tuinbouw- en Plantkunde, gaf cursussen aan hoveniers, was jurylid bij en organisator van vele tentoon stellingen en lid van de vaste keuringscommissie, waardoor het Krelage huis soms wel zijn tweede tehuis leek. Maar altijd bleef het onderwijs hem trekken, niet alleen werkte hij regel matig kinderen thuis bij, maar op 73-jarige leeftijd kwam hij weer voor de klas, nu op de Kennemerstreekschool, waar hij biologielessen gaf aan de toekomstige kleuterleidsters. Het bracht hem nieuwe contacten, met de jeugd en met weer andere collega's, maar hij wist zich voortreffelijk aan te passen. Over zijn belangstelling over alles wat met bollen en bloe men te maken had, behoef ik niet uit te wijden dat is genoeg zaam bekend en er is in allerlei vakbladen over geschreven. Zeker is, dat hem niets nieuws ooit ontging. Van zijn liefhebberijen noem ik er nog enkele: Voorzitter van Haarlems Zanggenot, Voorzitter van het Nederlands Toeristenverbond „Natura", waarvoor hij vele reizen naar het buitenland heeft geleid. Al was en bleef hij Zeeuw, zijn kennis van Haarlem was grondig en velen hebben genoten van zijn rondleidingen langs de hofjes. Wat de meeste Haarlemmers zich echter nog het best zullen blijven herinneren, dat is de enthousiaste figuur, die dertien maal als dirigent de aubade op Koninginnedag leidde. Maar ik ben er zeker van, dat hij, bij allen, die een wat langer contact met hem hebben gehad, in de herinnering zal blijven als een warmlevend mens, waarbij ieder kon aan kloppen, die hem nodig had. Jo van der Hart

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1967 | | pagina 22