DR. ANTHONIE DE VLETTER
25-2-1883—20-12-1967
In Den Haag geboren als zoon van een hoofdonderwijzer,
bezocht de Vletter na de lagere school de Bleyenburg-H.B.S.,
waar hij naar zijn eigen getuigenis in zijn biografisch werk
„Na lange mars. Omkijken" (1955) geen gemakkelijke
leerling was: de twee groepen, leraren en leerlingen stonden
te ver van elkaar en te zeer tegenover elkaar. Maar toch trof
hij ook hier enkele docenten, zoals zijn geschiedenisleraar
Dr. v. d. Meulen, voor wie hij grote waardering had en die
bepalend geweest zijn voor zijn verdere ontwikkeling. Toen dan
ook na het eindexamen h.b.s. het besluit viel: geschiedenis
studeren, betekende dit: eerst Staatsexamen doen, waarvoor
hij opgeleid werd door Dr. Greebe. Maar in die jaren hij
was toen 18, 19 jaar was hij zwaar geëngageerd bij het
sociale en culturele leven van omstreeks 1900, betrokken bij
politiek, sport, verenigingsleven (toneel!) drankbestrijding
etc. Van 1903 tot 1909 studeerde hij geschiedenis in Leiden,
waar hij in 1915 promoveerde op een proefschrift: „De op
voedkundige denkbeelden van Betje Wolf en Aagje Deken."
Hij was toen al vanaf 1909 leraar aan het pas opgerichte
Nederlands Lyceum in den Haag, de stamschool van alle
huidige lycea, onder rector Casimir. Hier maakte hij kennis
met een voor die tijd volmaakte nieuwe vorm van samenwer
king tussen leerlingen en docenten. Van Casimir stammen,
behalve het Lyceum zelf, het klasseleraarschap, de klasse
avonden, schoolexcursies, schoolreizen. De Vletter nam ze in
1920 mee naar zijn school, het pasopgerichte Kennemer
Lyceum, en voegde daaraan toe: schoolraad, schoolkampen,
eigen schoolhuis (De Babillarde in Auby), „uur muziek" op
school, aulavoordrachten, kortom allemaal vernieuwingen
in die tijd, die nu voor een groot gedeelte vanzelfsprekend
heden zijn bij het VHMO. Het Kennemer Lyceum betrok
in 1925 het gebouw aan het Stoopplein, in 1935 kwam daar
het AVIO-gebouw bij, de Afdeling Voor meer Individueel