49 In 1729 staat voor het eerst onder de Uitgaven „thee, suijcker en Brandewijn" vermeld. In 1731 „15 flap mal koffie en tee, 5gld-18". Wèl werden evenals vroeger, ankers wijn besteld, maar bovendien „10 flesse fransse en 3 flesse rodewijn". Inkomsten van het gild De inkomsten van het gild bestonden uit 1°. Entree-gelden der broeders, 2°. Wat deze bij hun uittreden uit het gild moesten betalen, 3°. Wat, bij overlijden, door de familie aan het gild werd „vereerd", 4°. Bijdragen van de deelnemers van de gildemaaltijden. Verder ontving het gild gelden, bij het afsluiten van ge sloten kopen of weddenschappen. Tot aan de 18de eeuw bezat het gilde land en huizen en kreeg het daaruit inkomsten. In de 18de eeuw is dit alles om gezet in effecten. Het mag wel vanzelfsprekend genoemd worden dat de in komsten van het gild gedurende het beleg sterk hadden ge leden. Zo lezen wij dat een huurder van een huis in de Grote Houtstraat „nae tbeleg wech ghetrocken (was) sonder reke ning te doen". Aan anderen werd de huur of rente, wegens „die trouble quijt gesconden", of om „die scaede" die hie geleden heeft door „die viant". Weer anderen kregen uitstel van betaling. Aan het einde van de 17de eeuw komt het niet-voldoen van geldelijke verplichtingen aan het gild bij de broeders steeds meer voor; een voorteken van het naderende verval van de broederschap! Zo komen in 1692 op de 21ste april, Deken en Vinders in de Herberg van den Oyevaer, bij elkaar, om te overleggen wat hun te doen staat ten opzichte van de leden die hun aandeel nog niet betaalden. Besloten werd over te gaan tot gerechtelijke maatregelen. De zaak werd inder daad aanhangig gemaakt, want op de Rol van de Kleine Bank van Justitie, van 23 April d.o.v. staat de zaak van: „de Heeren Broederen vant Schoonevaerdersgilde binnen Haerlem, Eijsrs. contra de Heere Andries Stilte, Capt. ter

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1967 | | pagina 51