53
Pietersz, en vanzelfsprekend vinden de heren dit een goede
gelegenheid om een weddenschap af te sluiten. Het ging niet
om zo'n beetje! Als Haveck 12 gulden inzet stelt Jacob er 72
tegenover, wel een bewijs dat hij zich zeker voelde van zijn
zaak. De ander voelde dit blijkbaar ook, want hij bepaalt er
nog bij, dat indien hij zijn 12 gulden verliest, de ander de 20
stuiver „int ghelach" zal terugbetalen. Als getuigen traden
op „Cornelis Rijcke ende Willem Dirricksz" die de wedden
schap bekrachtigden met hun handtekening en het plecht
statig toegevoegde (het ging immers om een zeer hoog bedrag)
„als oud Deken ende vine (vinder) van Sinte Olaeusghilt."
Na het beleg worden geen kopen meer geboekt.
Fig. 2 Pilaar in de Grote Kerk, waaronder zich het altaar van het Schonenvaarders-
gilde bevond en waarop haringen zijn afgebeeld als symbool van de haring
vangst. (Foto Tesselaar)