63
Ik herinner mij de Zandvoortse vissers en vissersvrouwen,
die langs het visserspad door de duinen, een kortere weg dan
de Zandvoortse laan, op blote voeten naar Haarlem kwamen,
de manden met verse vis op het hoofd of op de rug dragende,
ventende langs de huizen.
Een twintigtal bomschuiten, door ons pinken genaamd,
die uitsluitend langs de kant visten en niet deelnamen aan
de haringvisserij, landden de gevangen vis op het strand waar
de verkoop plaats vond. De opkopers zorgden voor het ver
voer naar de stad, waar, behalve langs de huizen, verkoop
plaats vond op de Vismarkt bij de Sint Bavo.
Ik herinner mij troepjes ezelinnen, trekkende langs de
huizen, melk leverende voor jonge kinderen. Ze werden op
straat of op de stoep gemolken.
Ik herinner mij de dikke laag run, die werd gestrooid voor
het huis van een zieke, waardoor deze niet zou worden ge
plaagd door het geraas van karren en rijtuigen. Run was
schors van eikenbomen, dat in leerlooierijen werd gebruikt.
Het had een eigenaardige lucht, welke ik dadelijk zou her
kennen, kwam zij mij weder in de neus.
Ik herinner mij de lage hondekarretjes, waarvan boeren
gebruik maakten om van hun boerderij naar de stad en terug
te gaan als ze niet met hun wagens en paarden kwamen. Het
waren wagentjes, die door vier honden werden getrokken en
deze honden gaven de indruk pleizier te hebben in hun werk.
Als de 'boer verscheen waren ze ongeduldig, verlangend te
vertrekken. Dan wipte de boer op het karretje en onder vro
lijk geblaf was het vierspan in snelle vaart onderweg.
Ik herinner mij, dat onze lieve Moeder ons saleb te drinken
gaf als we last hadden van de maag. De herinnering aan dit
geneesmiddel vervaagde en verdween tenslotte, tot ik in 1927
door een nieuwe Turkse vriend, genaamd Nedjmeddin Bey
te Stamboul werd uitgenodigd „iets lekkers te gaan proeven",
echt Turks. Hij voerde mij naar de brug van Pera en onder die
brug stond een koopman, die verschillende dranken bereidde
en verkocht. Toen ik de door hem bereide drank aan de mond
zette, zag ik dadelijk mijn moeder voor mij en ik zei: „dat is