76- (een andere benaming was toen nog niet wenselijk gebleken) drie was. De jongste van dit drietal was geen volleerde meid, meer een loop- of schellenmeisje. Ook kwam des morgens nog een man voor het slijpen van de messen en dergelijk werk. Op zolder was een meidenkamer, waar het 's winters wel koud zal zijn geweest. Op geen der bovenkamers werd gestookt. Naast de kinderkamer was de badkamer. Het water werd met gas verwarmd en ik geloof, dat we hiermede anderen voor waren. Wij hadden een tijd lang een tweede meid, die van een verafgelegen deel van ons land kwam, misschien de achter hoek van Gelderland. Zij voelde zich hier in een vreemd land, waar de mensen een andere taal spraken. Op haar uitgaans avond, eens in de veertien dagen, had ze de gewoonte niet uit te gaan. Ze bleef zitten aan de keukentafel maar met een doek over het hoofd. Werd er gebeld, dan riep ze luid: „Ik ben uut!" en ging niet naar de bel. Toen de verhouding van Henriette Ortt en Frederik van Eeden nog bestond, werkte zij op het Koloniaal Museum van zijn vader. De kortste weg van het Spaarne bij de Melkbrug naar het Koloniaal Museum ging door het Klein Heiligland, een straatje, dat langzamerhand onaanzienlijk was geworden. Het kwam uit op de Kampersingel dicht bij de Houtbrug en vandaar was het niet ver meer naar het Koloniaal Mu seum. Ditzelfde straatje grensde aan onze tuin, die er van gescheiden was door een hoge muur. In die muur was een deur en in die deur waren twee gaten, die er in waren ge schoten door de jonge zeeofficieren Chrik en Steffan (Ortt), wat men een roekeloze daad kan noemen, want de kogels uit de pistolen kwamen op het Klein Heiligland. Die gaten dienden nu voor de briefwisseling tussen Henriette en Mik. Henriette stopte een briefje in een van de gaten op weg naar het Koloniaal Museum en vond, teruggaande, ant woord van Mik. Toen mijn Vader een jaar of twaalf was, richtte hij met een jongen Westerveld een cricketclub op. „Die jongen, Harry Westerveld, woonde met zijn familie

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1967 | | pagina 78