80 „Met de paardetram komende langs het grote perceel waarin toen nog de Sociëteit „Trou moet blijcken" geves tigd was, zag ik het welbekende fijne profiel van de bejaarde heer Waller en even verder komende langs de zaak van de kruidenier Veen groette ik de oude vriend van mijn jeugd en kon ik vaststellen, dat hij nog steeds zijn klanten een volle maat stroop gaf. Mij wachtte een hartelijke ontvangst van vader en zusters. Mijn vader was nu 76 jaar en beschikte niet meer over zijn vroegere lichaamskracht en werd door een reusachtige knecht, die Scholten heette en die het uiter lijk had van een Britse butler in een wagentje rondgereden. Hij, de knecht, praatte niet meer dan nodig en had goede manieren. De tuinkamer op de eerste verdieping werd mij toebedeeld als zit- en werkkamer. Ik zou moeten werken voor het examen voor luitenant ter zee le klasse." Mijn vader besloot zijn mémoires, die behalve herinne ringen aan zijn jeugdjaren te Haarlem, veel bijzonder boei ende beschrijvingen bevat over zijn Marine-jaren, met een droom over zijn ouderlijk huis, dat zo heel veel voor hem heeft betekend: „Nu ben ik 92 jaren oud, dankbaar voor veel, aan het einde gekomen van de taak welke ik mij voorlopig had gesteld, tot de dood van mijn beste Vader. Meer dan ooit gaan mijn ge dachten nu uit naar het ouderlijk huis. Ik zie mijzelve zitten aan die grote ronde mahoniehouten tafel in die vrolijke achterkamer op Oudejaarsavond en onze lieve Moeder laat ons ieder vertellen over het afgelopen jaar. Om beurten vertellen we van onze ervaringen en dan bidt zij met ons. Dan volgen spelletjes en eten wij oliekoeken. Ik zie mijzelf ook zitten in de tuin op een warme stille zomeravond aan een tafel dicht bij het huis met mijn vader en zusters en wij drin ken thee. Uit noordelijke richting horen wij van de hoge toren van de Sint Bavo het geluid van de damiaatjes. Tot half tien luiden zij sinds lang vervlogen tijden. Kort geleden droomde ik, dat ik bij de deur stond van onze achterkamer in de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1967 | | pagina 82