87 de 18e eeuw mogelijk. In de inventaris1 wordt gesproken over een welbezerkte grafstede, gelegen in de middeltrans voor het choor No. 5. Ik heb dit graf niet kunnen terugvinden. Opperdoes liet dit graf op naam van zijn schoonzoon Wijnand Weeke stellen; deze was met Jannetje getrouwd. Deze Wijnand Weeke bewaarde de kwitantie en het graf briefje. Waarschijnlijk heeft Opperdoes spijt van deze over dracht gehad. Hij stond niet altijd met zijn schoonzoon op goede voet. In het testament van 1758 is Wijnand nog exé- cuteur, maar in dat van 177113 niet meer. Zelfs machtigde Opperdoes in 1772 de procureur Dr. E. W. Köhne om een proces tegen Wijnand voor hem te voeren14. Wijnand had wel eens geldgebrek. Zo moest hij in 1771 een lening van 100 Caroliguldens sluiten15. Dit zal zijn humeur tegenover zijn schoonvader, die maar steeds op de erfenis liet wachten, wel niet verbeterd hebben. Een onaangename bijkomstigheid was, dat Wijnand met Jannetje in de Bisschopssteeg woonde, slechts door één huisje van Opperdoes gescheiden1. Hoe dit ook zij, Opperdoes liet in zijn testament in 177113 nog eens uitdrukkelijk vermelden, dat hij het graf gekocht en uit zijn privé-beurs betaald had, dat hij dit graf had laten ruimen en dat hij daar begraven wilde worden. Hij wilde er een fa milie-graf van maken voor tenminste 30 jaar. In 1768 volgens het onderschrift van zijn portret, maar in werkelijkheid op 26 Juni 1769, kreeg Opperdoes van Gecom mitteerde Raden van Holland en Westvriesland ontslag als hoofdgaarder van de waag en van de impost op de boter en de fruyten binnen de stad Haarlem. De overweging hierbij was, dat hij al bijna 95 jaar16 was en door verzwakking van zijn gezicht buiten staat om de pen te voeren of de comptoir- diensten te verrichten. Er moesten maatregelen genomen worden om te voorkomen, dat er wanorde op zijn kantoor zou ontstaan. Hij werd daarom op eigen verzoek1, ontslagen tegen 1 Juli 176917. Hij kreeg een pensioen van 230. In 1771 voelde Opperdoes blijkbaar zijn einde naderen en liet voor de derde maal zijn testament maken13. Hij begon met een legaat te bespreken voor zijn dienstmeid, Jannetje

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1967 | | pagina 89