104 enkele van baksteen opgemetselde (graf?)keldertjes te voor schijn. Stukken zwarte lei van 4 cm dikte kunnen hebben be hoord tot de vloerbedekking. Even buiten de kerkmuur, on geveer waar het voormalig koor begon, bevond zich een zwaar gemetseld hoekfragment van een muur van 50 cm dikte, opgetrokken uit primair gebruikte kloostermoppen, 32 X 16 X 8/9 cm. De korte arm van deze muur verdwijnt in de kerkmuur, de lange zet zich nog een eind evenwijdig hieraan voort en is vervolgens uitgebroken. Tot welke ge bouw of deel daarvan deze muur heeft behoord is nog niet duidelijk. Binnen deze muur werden overhoeks in de kalk ge legde vloertegels 13 X 14 X 2J cm aangetroffen, waarvan een drietal met tamelijk sterk afgesleten relief van een dier figuur. (Zie foto van reconstructietekening). Binnen het ooste lijk deel van de zuider zijbeuk, die eveneens door de Span jaarden werd verwoest, werd het niveau van de put verdiept tot op het ongeroerde zand. De beuk bleek te zijn opgetrokken boven reeds oudere begravingen. Tevens werden hier enkele kindergraven aangetroffen, waarvan één gemetseld uit kloos termoppen met een dak van schuin tegen elkaar geplaatste stenen. Iets dieper werd een grote donkergrijze peervormige pot met standring en uitgeknepen voetjes aangetroffen, da- teerbaar in begin 14e eeuw, welke eveneens voor een kinder begraving kan hebben gediend. Onder deze pot lag een skelet en uit de door de begraving geroerde grond kwam een Ba- dorfscherf en enkele Pingsdorf-scherven te voorschijn. Uit het verkregen profiel kon worden opgemaakt dat zich op het vroegere niveau van het oude binnenduin (thans ca. 2 meter onder het huidige kerkhofniveau) een vegetatie moet hebben bevonden. Het zich nu hierboven bevindende zand is zeer waarschijnlijk opgebracht voor de begravingen. Ook werd nog een stuk blootgelegd van het versmalde rechthoekige kerkkoor, dat later aan de tufstenen kerk is toegevoegd en waarvan de fundamenten zich nog tot 6 meter buiten de huidige oostgevel bevinden. Buiten de oosthoek van de fundering van de vroegere zuid- beuk kwam op grote diepte, bovenin het ongeroerde zand

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1968 | | pagina 108