109 In de maanden januari tot en met maart 1968 werd regel matig een onderzoek ingesteld of de voor de aardgasleiding ge graven sleuf aanwijzingen van vroegere bewoning vertoonde. In de duingebieden volgde de sleuf in het algemeen het boven- profiel van de jonge duinen, waardoor de sleufbodem (ruim 2 m beneden maaiveld) onvoldoende diepte had om eventueel aanwezige oudere niveau's te doorsnijden. Dit bleek slechts op enkele lager gelegen plaatsen het geval te zijn. Het sleuf tracé gaf daar een beeld van het begroeiïngsniveau van het lichtelijk golvend oude duinlandschap met de daarboven lig gende middeleeuwse en jongere lagen, terwijl slechts op een enkele plaats ook de oudere niveau's: Fries/Romeins, 300600 v. C. kon worden geconstateerd of vermoed. Met uitzondering van een tweetal plaatsen konden geen bewoningssporen wor den aangetoond. Eén van deze plaatsen was gelegen op een afstand van 250 m ten westen van de Duin en Kruidberger- weg, bij de oude tankgracht. Onder een sterk geroerde laag van 1.00 m dik werd een humeuze cultuurlaag van 50 cm dikte aangetroffen, waarin een tweetal van elkaar in tint afwijkende couches waren te onderscheiden. In de onderste werden uitsluitend de Fries/Romeinse scherven aangetroffen, vermengd weliswaar met Pingsdorf- kogelpot- en middel eeuws aardewerk, maar deze laatsten klaarblijkelijk van boven af er in gewerkt, daar in de bovenste couche géén Friese scherven werden aangetroffen. De aangetroffen Friese scherven zijn identiek met die welke zijn gevonden op de Hoogoventerreinen en dateren uit 13e eeuw. Klaarblijkelijk heeft het middeleeuws niveau hier onmiddellijk op de Friese cultuurlaag gelegen. Daar waar de aardgassleuf de Hagelingerweg kruiste werd in een ca. 4 meter diepe put eveneens een onderzoek ingesteld. De onderste humeuze laag, tussen 4.35 en 4.42 m beneden maaiveld kon worden gecorreleerd met de laag welke bij de ONDERZOEK NAAR BEWONINGSSPOREN IN DE SLEUF GEGRAVEN VOOR DE AANLEG VAN EEN AARDGASLEIDING IN DE GEMEENTE VELSEN.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1968 | | pagina 113