-25-
Van Gink, oud geworden, nog tintelend van geest, op
merkelijk gevoeliger, liet de cijfers over hem heen gaan. Maar
tijdens een glas wijn vertrouwde hij mij toe „ik moet er niet
aan denken, dat ik in zo'n industrie had moeten werken. Er
zou geen tijd overgebleven zijn om taartjes te eten of een grap
te vertellen."
Zo was hij. Zo diende hij de stad in een geheel andere tijd.
Zijn eigen recreatie was hem bijzonder dierbaar. Zijn stand
vastigheid in de oorlog legde hem lam. Zijn liefde voor Haar
lem culmineerde in een werktijd ten dienste van de bloei van
Haarlem, die maar weinigen in deze dagen kunnen opbrengen.
Op Westerveld namen wij afscheid van een goed mens. Als
hij dat niet geweest was had hij de liefde voor de natuur en
de levende schepsels niet kunnen uitdragen zoals hij gedaan
heeft.
W. van Willige