28
van de Geneeskundige Vereniging tot bevordering van het
ziekenhuiswezen (een vereniging van ziekenhuis-directeuren).
Daarnaast was hij bestuurslid of lid van:
de Stichting Het Nederlandse Ziekenhuiswezen
de contactcommissie van laatstgenoemde stichting met
de Vereniging van Katholieke Ziekenhuizen
de voorlopige „Verplegingsraad"
de commissie geneeskundige diensten van het Ministerie
van Defensie, adviserend over de positie van de mili
taire hospitalen
de Stichting Seminarium voor Practische Gezondheids
zorg
de Stichting tot bevordering van de opleiding van ver-
plegenden voor leidende functies
de Commissie voor het oprichten van het Ziekenhuis
instituut
de Stichting Erefonds voor Oud-verpleegsters en het te
huis voor Oudverpleegsters in Hilversum.
Afgezien van zijn kwaliteiten in het leidinggeven ook op
landelijk niveau, verdienen twee punten in deze gegevens,
bijzondere aandacht. Het zijn het lidmaatschap van de com
missie voor het contact tussen de Stichting het Nederlandse
Ziekenhuiswezen en de Vereniging Katholieke Ziekenhuizen
en zijn arbeid op het terrein van de hulp aan oud-verpleeg
sters. In die eerste hoedanigheid steunde hij geheel op ener
zijds weliswaar zijn erkenning van de betekenis van de levens
beschouwing op het terrein van de zorg voor zieken, ander
zijds echter op een bijna hartstochtelijk verlangen om de
scheiding op grond van confessie, politiek e.d. zoveel mogelijk
af te zwakken. Hij was een man, die niet de scheiding zocht
maar de binding tussen mensen van verschillende rang en
stand, confessie, politiek e.d. Dit bracht hem er in Haarlem
toe stappen te ondernemen tot een samenwerking tussen de
Haarlemse ziekenhuizen, die vlak voor hij in 1967 ernstig
ziek werd, haar beslag had gekregen. De apotheek van de ge
zamenlijke ziekenhuizen, gebouwd op het terrein van het
nieuwe Groote Gasthuis in Schalkwijk, is daar een eerste