47 van vrienden. Als lid van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen gaf hij hier in de serie „Haarlemse Voor drachten" op de Algemene vergadering van 14 mei 1955 zijn visie op het vakgebied dat zijn levenswerk was geworden in een voordracht getiteld „Plantendokter". Van Slogteren was ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en lid van de Koninklijke Akademie van Wetenschap pen. Hij was erelid van de Koninklijke Algemene Vereniging voor Bloembollencultuur, van de Royal Horticultural Society in Londen, van de Nederlandse Dahlia Vereniging en van de Koninklijke Nederlandse Botanische Vereniging waarvan hij in de na-oorlogse jaren voorzitter is geweest. Voor zijn wetenschappelijke werk kreeg hij verschillende binnen- en buitenlandse onderscheidingen. De gouden M. W. Beijerinck Medaille werd hem in 1966 door de Koninklijke Akademie voor Wetenschappen verleend voor zijn verdiensten bij het onderzoek van virusziekten, in het bijzonder voor de ontwik keling van serologisch-diagnostische methoden van onder zoek bij plantenvirussen. Toen we hem op die zondag in october naar het ziekenhuis brachten moet hij hebben gevoeld dat het einde niet ver meer was. Wat hij tegen ons zei waren de woorden van een tevreden man, in kalme berusting uitgesproken: „Ik heb het toch ge had, ik ben tachtig jaar, wat wil ik nog meer!" D. H. M. van Slogteren

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1968 | | pagina 51