ADRIANUSJOHANNES
DE LANDMETER
17 juli 18838 december 1968
Wanneer de kinderen en kleinkinderen van Adrianus Jo
hannes De Landmeter kennis geven van het overlijden van
hun vader en grootvader op 8 december 1968, luidt de aanhef
van dat bericht: „Na een leven vol toewijding aan ons en vele
anderen, hierin gedragen door zijn vast geloof zij had
den hun woorden niet beter kunnen kiezen: een gelovig mens
die zich met zijn ganse wezen heeft gegeven aan zijn gezin
en de gemeenschap.
Adriaan De Landmeter, op 17 juli 1883 in een Haarlems
middenstandsmilieu geboren, trad op 1 februari 1901 in
dienst van de gemeente Haarlem als ambtenaar ter gemeente
secretarie. Al spoedig bleek dat hij behoorde tot die ambte
naren, aan wie men elke taak kon opdragen met de zekerheid
dat die naar behoren zou worden uitgevoerd; zijn loopbaan
op het stadhuis is daarvan een duidelijk bewijs: op vele af
delingen is hij werkzaam geweest met zeer uiteenlopende
taken, veelal ook met speciale opdrachten, waarvoor de eigen
schappen van een „all round" ambtenaar werden vereist. In
1916 werd hij benoemd tot chef van de afdeling personeels
zaken in de rang van commies; men bedenke hierbij dat de
titulatuur en de rangaanduiding in die tijd lager waren dan
in onze dagen. In die functie had hij een werkzaam aandeel
in de totstandkoming van het Georganiseerd Overleg in
ambtenarenzaken, ingevoerd in 1918, een subtiele aangele
genheid, waarbij een tactische benadering veelal niet over
bodig was. In april 1920, toen de toenmalige gemeente
secretaris Mr Dr J. Wijtema benoemd werd tot burgemeester
van Dordrecht en ondergetekende diens opvolger werd, werd
de heer De Landmeter aangewezen tot loco-secretaris met de
(reeds bestaande") titel van „griffier", voor een functionaris