50 van een gemeentesecretarie een wat zonderlinge benaming, die dan ook is afgeschaft. Gevormd in en door de praktijk heeft De Landmeter echter niet verzuimd zijn praktische ervaring een theoretische bodem te verschaffen: in 1910 behaalde hij door zelfstudie de acte M.O. Staatsinrichting, een zeker voor die tijd knappe prestatie. De Landmeter was een man die afkerig was van publiciteit, althans voor zover het hem zelf betrof. Een van zijn „slogans" (waarvan hij er vele voorradig had) luidde: een vergeten burger is een rustig burger. Dat heeft hem echter niet ver hinderd en in zover was hij met zichzelf in tegenspraak buiten zijn ambtelijke functie zeer verdienstelijk werk te doen voor de gemeenschap. Zo behoorde hij tot de oprichters van de woningbouwvereniging Huis ter Cleef, die haar eerste complex woningen bouwde aan de Kleverlaan/Marnixstraat; van 1917 tot 1955 was hij daarvan voorzitter. Ook van de stichting Noorderkerk en -school aan de Velserstraat had hij vele jaren de leiding; bij zijn afscheid werd hij benoemd tot erevoorzitter. Na zijn pensionnering op 1 januari 1949 werd hij gekozen tot lid van de gemeenteraad voor de Christelijk- Historische Unie, waarin hij 9 jaar zitting heeft gehad. Ook in die functie heeft hij dank zij zijn langdurige ervaring veel nuttig werk kunnen doenhij is lid van vele raadscommissies geweest, waarvan die voor openbare werken als de belang rijkste mag worden vermeld. De Landmeter was iemand die een open oog had voor de betrekkelijkheid van alle dingen en dit gaf hem een soort humor in, die onder bepaalde omstandigheden zijn uitwerking niet miste. Of die hem ook van pas is gekomen toen hij in juli 1942 moest optreden als gemeentesecretaris omdat onder getekende door de duitsers in gijzeling werd gesteld, valt te betwijfelen: in het woordenboek van de bezetters kwam het woord humor niet voor. Vast staat dat die jaren voor hem ongelooflijk zware jaren zijn geweest, die hem weinig vol doening hebben kunnen schenken. Met Adrianus Johannes De Landmeter is een man heen-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1968 | | pagina 54