59
lingen, hierboven bedoeld, sterk af. De conclusie lijkt derhalve
gewettigd dat we hier met een bouwwerk te doen hebben dat
inderdaad heeft bestaan. Echter doet zich de vraag voor of
het één, dan wel twee of zelfs méér gebouwen betreft.
Op het eerste gezicht schijnt het één gebouw te zijn; maar
bij nadere beschouwing doet zich de mogelijkheid gevoelen
dat het poortachtige middengedeelte een afzonderlijk bouw
werk is, hetgeen eveneens zou kunnen gelden ten aanzien van
de middelste toren en zelfs ten aanzien van alle drie de torens.
Laten wij dit punt van twijfel voorlopig rusten en onderwer
pen wij de gangbare opvattingen over de betekenis van het
bouwwerk eventueel de bouwwerken aan een beschou
wing.
Aanvankelijk heeft men over het algemeen aangenomen,
dat het Zegel een afbeelding van de oude parochiekerk be
vatte. Aangezien het Zegel vóór 1300 is ontstaan zou het dan
de „grootmoeder" van de huidige Sint Bavo moeten zijn;
immers, de heer Corneille F. Janssen4 heeft onlangs aanne
melijk gemaakt dat de directe voorgangster van de Grote
Kerk kort na 1300 moet zijn gebouwd.
Indien wij aannemen, dat die opvatting juist is, behoren
wij tot de constatering te komen dat het kerkgebouw niet
zoals bijvoorbeeld op het zegel van Groningen op de flank
gezien is afgebeeld, maar uit het westen. We zouden derhalve
tegen de westbouw van een Romaanse (Karolingische) kruis
basiliek aankijken, voorzien van flanktorentjes en waarboven
de kruisingstoren uitsteekt.
Oppervlakkig beschouwd zou dit wel zo kunnen zijn. Toch
is het nodig de aandacht te vestigen op een paar details die
wellicht niet van belang ontbloot zijn.
In de eerste plaats valt het op dat de „kruisingstoren" van
een getinneerde weergang is voorzien, hetgeen bij een kerk
toren tenzij we hier met een vestingkerk te maken zouden
hebben, wat onwaarschijnlijk is uitermate ongewoon zou
zijn. Men kan tegenwerpen dat datgene, wat zich als een