Wanneer wij er nu van uitgaan dat noch de parochiekerk,
noch een stadspoort op het Zegel is afgebeeld en men des
niettemin het beeld van de stad heeft willen geven, dan lijkt
nog maar één gebouw in aanmerking te komen: de graven-
zaal. Ik zal hieronder trachten aannemelijk te maken dat het
gebouw op het Zegel inderdaad het huis van de graven van
Holland voorstelt.
Wanneer wij ons een voorstelling willen maken van het
werkelijke uiterlijk van het afgebeelde gebouw, dan moeten
wij ons losmaken van de verhoudingen die het Zegel ons laat
zien. Vertekening van de werkelijkheid kan noodzakelijk zijn
geweest om een figuur te verkrijgen die op bevredigende wijze
het zegelveld kon vullen, zoals dit ook in de heraldiek werd
nagestreefd.
In plaats van meer hoog dan breed, zoals op het Zegel, kan
het gebouw in werkelijkheid dan ook zeer wel meer breed dan
hoog zijn geweest. De verhoudingen komen dan gans anders
te liggen en wij zien een rechthoekig hoofdgebouw van vijf
traveeën breed, waarvan de middelste bezet wordt door de
ingangspartij en de vier overige elke één venster bevatten.
Achter dit hoofdgebouw staat een ronde toren met een weer
gang en een helmdak, alsmede twee ronde hoektorens,
eveneens met een helmdak, maar zonder weergang. De in
gangspartij is naar voren uitgebouwd, heeft een weergang
en wordt bekroond door een kegelvormig dak.
Een variant op deze conceptie is denkbaar indien het
poortachtige middenstuk toch als symbool voor de stadspoort
en derhalve als een zelfstandig bouwwerk wordt beschouwd;
zijn simpelheid, boven als een bezwaar tegen die opvatting
aangevoerd, zou wél overeenstemmen met de uitermate
sobere men zou haast zeggen primitieve wijze waarop
de stadsmuur is aangeduid. De toegang tot de gravenzaal zou
dan achter de poort schuilgaan en naar haar uiterlijk kan
men slechts gissen; een portaal op het niveau van de zaal, te
bereiken via een stenen trap, ligt voor de hand.
Een voordeel van deze variant is, dat zij een extra-motief