78
en hij droeg tevens zorg voor het aanschaffen van de benodig
de klei. Jan de Bray12 heeft de werkzaamheden aan de kist
dam, vlak voor deze voltooid zou worden, vereeuwigd in een
tekening13.
De natuurelementen schenen echter samen te spannen tegen
de harde werkers aan de Spaarndamse dijk. In de nacht van
18 op 19 december 1675, en ook nog enkele dagen hierna,
beukte een met vele buien gepaard gaande noordwesten
wind met zó'n kracht tegen de kistdam dat deze wel moest
bezwijken. Al het werk en al de gemaakte onkosten schenen
ongedaan gemaakt door deze storm. Dijkgraaf en Hoogheem
raden van Rijnland zaten echter niet bij de pakken neer en
zij kwamen op 23 december in het Leidse raadhuis weer bij
een om tot de slotsom te komen dat men Rijnland niet lang
in een dergelijke deplorabele toestand mocht laten verkeren,
maar dat de nieuw opgelopen schade zo snel mogelijk moest
worden hersteld maer nieuwe middelen bij der handt
nemen om de voorgeschreve schade te repareeren")14. Buiten
het kapotslaan van de kistdam, zo werd op de vergadering
bekend gemaakt, was de schade van 4/5 november nog aan
zienlijk vergroot. De beraadslagingen in het Leidse raadhuis
resulteerden in een nieuwe resolutie15.
Grootser dan tevoren werden nu de herstelwerkzaamheden
ter hand genomen. Van 12 tot 23 november 1675 waren ra-
Tekening van Jan de Bray van de werkzaamheden aan de dijk daags voor de
tweede doorbraak.