HAARLEMS MONUMENTEN
ZORG IN 1967 EN 1968
In dit overzicht van gereedgekomen restauraties wordt
niet het beste voor 't laatst bewaard. Al in de eerste regels
plaatsen wij met trots ons pronkstuk: de toren van de Grote-
of St. Bavokerk. De restauratie van dit unieke monument was
reeds aangekondigd in het jaarboek 1963. De verslaggeving
kan nu worden afgesloten met de notitie dat eind 1968 het
uitwendige klaar kwam en de periodieke bespeling van het
carillon op 16 december van dat jaar werd hervat.
Gedurende bijna vijf jaren onderging onze grijsaard een
totale ontkleding en vele chirurgische ingrepen. Hij werd
daarbij op discrete wijze aan het oog onttrokken door een
met plastic en schotten omgeven uitwas van steigerwerken.
Zijn nieuwe loden pak vergde een intensief klopwerk, om het
schone lijnenspel scherp tot uitdrukking te laten komen. Tal
rijke rollen lood, bij elkaar wel ongeveer 100 ton wegende,
gingen hun weg van de giettafel naar het torenlichaam. De
houten ondergrond van het loden omhulsel, die de toren zijn
eigenlijke vorm geeft, kwam bij het afnemen van de versleten
huid nogal deplorabel te voorschijn; er moest circa 800 m3
oud eikehout worden aangevoerd om alle gebreken te kunnen
herstellen. De buitenkant van de toren is daarbij zo goed als
geheel vernieuwd. Inwendig kon in hoofdzaak met plaatselijke
versterkingen van de constructie worden volstaan.
Hoewel de genoemde hoeveelheden misschien imponeren,
is het vooral de verschijningsvorm van de toren die telkens
weer indruk maakt en bewondering oproept. Toch dromden
de mensen niet tezamen toen eindelijk de laatste delen van de
steiger waren verwijderd en het feestelijk met goud aangestip
te nieuwe gewaad van onder tot boven zichtbaar werd. Op
de Oude Groenmarkt kwamen de vlaggen eerst naar buiten
nadat van de bouwketen geen plank meer te zien was. Voor