113
Velsen Tunnelput, ruim 16 m-N.A.P: 6100 j.v. Chr. en
Sassenheim, ca 12 m-N.A.P: ca6000 j.v. Chr. (Jelgersma 1961).
Tengevolge van een blijvende snelle zeespiegelrijzing werd
na het overstromen van het Basisveen een groot deel van West-
Nederland voor lange tijd door de zee in beslag genomen.
Dikke lagen zanden en kleien werden gevormd, die worden
aangeduid als Afzettingen van Calais (vroeger voor een deel
Oude Zeeklei genoemd). De verbreiding ervan is op fig. 1
weergegeven. De bodem van de Haarlemmermeerpolder
bestaat voor een groot deel uit deze sedimenten.
Ongeveer 3000 j.v. Chr. nam de mate van zeespiegelrijzing
af, waardoor zich onder invloed van de zee en de uitstromende
rivieren langgerekte zandbanken ongeveer evenwijdig aan de
hedendaagse kust vormden. Deze strandwallen, voor Haarlem
van belang daar een groot deel van de stad op een dergelijke
strandwal ligt, werden naderhand in reeksen met tussenge-
legen depressies (strandvlakten) naar het westen uitgebouwd.
Ze hebben in aanleg de ligging van onze kust bepaald. De
kern bestaat uit zeezand, waarop zich spoedig duinen vorm
den, waardoor een zodanige hoogte werd bereikt dat ondanks
een voortgaande zeespiegelrijzing van enkele meters, het
achterland blijvend tegen de invloeden van de zee werd be
schermd. Deze Oude Duinvorming vond langs het gehele
westelijk gelegen kustgebied tot aan het begin der jaartelling
plaats. Daarna was ze nog slechts lokaal van betekenis.
De strandwallen sloten, aanvankelijk nog gebrekkig, later
steeds vollediger, een achterland af, waar de zee slechts via de
uitmondingen van de grote rivieren (Maas, Rijn) nog toegang
had. In dit achterland, evenals in sommige strandvlakten,
werden afhankelijk van de nabijheid van de riviermondingen
(estuaria) nog zanden en kleien afgezet. Door de verzoeting
van het milieu kon nadien in de strandvlakten, maar vooral
in de ten oosten van de strandwallen gelegen gebieden, veen-
groei optreden, aanvankelijk bestaande uit rietveen, later
vooral in de grote kernen gelegen tussen de estuaria van de
grote rivieren, ook hoogveen (heide en veenmos). Deze veen-
groei (Hollandveen) die over grote delen van West-Nederland