175 LIEVEN zoon opdragen en wilt u voor Duinlust en voor mijn LIEVEN Elswout en al wat erbij behoort, boerderij, landen enz. enz. en dat aan mijn zoon zal behooren, wilt u daarvoor even TROUW blijven zorgen, als u het ge durende mijn leven immer gedaan hebt, waar ik u mijnen oprechten dank voor betuig. De gedachten mijn zoon achter te laten, is mij eene groote zorg, maar ik vertrouw, dat als mijne kinderen mij liefhebben gehad, zij moeder lijk voor hem zullen zorgen. Ik gevoel, het is geen gemakkelijke taak, welke ik u op draag, maar wilt u geduld met mijn zoon hebben, hem blijven leiden en hem beschouwen als mijne BIZONDE- RE nalatenschap, welke ik u opdraag. Ik dank u nog maals voor uwe trouwe en hartelijke zorg gedurende mijn leven. God zegene u daarvoor. J. J. van der Vliet-Borski." Het slot is geen loze frase. Mevrouw Van der Vliet had het geloof behouden. In „het trommeltje op kantoor" worden bij haar overlijden soortgelijke brieven gevonden voor de kinderen, gedateerd 1910 en voor „Miek" zelf. Aan haar dochters schrijft ze: „Emil zegt weinig, maar merkt alles op en voelt veel meer als men denkt. Ik heb hem Duinlust met alles dat daar is, gelaten op dat hij zoo min mogelijk verandering mag voelen. Ik wensch natuurlijk, dat Ernst bij hem in dienst blijft, want trouwer dienaar kan men niet wenschen." In de brief voor Emil staat: „Je zult wel goed zorgen voor mijn zoo geliefde Elswout daar ik zooveel van houd, je moet het goed en netjes onderhouden, de Rentmeester zal je daarin helpenen denk eens aan mij als je er wandelt." Belangrijker in materieel opzicht is, dat zij ten slotte testa mentair bepaalt, dat hij van al haar onroerend bezit levens lang het vruchtgebruik zal hebben. Mijn vader, die in 1912 inzage van haar testament heeft gehad niet van de brieven trok de conclusie: een moeder hoopt altijd, dat haar zoon

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1970 | | pagina 177