179 Een nicht Van Eeghen (grootmoeder Borski), door haar hu welijk de laatste Crommelin op Berkenrode (Heemstede), be weert, dat zij onder haar neven, toekomstige bankiers, precies die jongens kan aanwijzen, in wie Borski-eigenschappen zijn gevaren. Een ander nazaat, overigens een lakomeke figuur, treedt een keer scherp op tegen het personeel van Boekesteyn ('s-Graveland). Reactie in de familie: „het Borski-bloed komt boven". Een sterke familietrek kenmerkt ook het gelaat van sommige descendenten, echter meer bij de Van Loons dan bij de Van der Vliets. Daaruit afleiden, dat de van oorsprong poolse Borski's joods bloed zouden hebben, is een conclusie, die wel eens ook op grond van familieportretten wordt getrok ken, m.i. echter zonder overtuigend bewijs. Toch is er wel iets in de hoofdpersoon van dit verhaal, dat aan de beste joodse eigenschappen doet denken. We zien Anna van der Vliet als een Golda Meïr, onbezwe ken onder tegenslagen. De dood van vier nog jeugdige zoons, waaronder veelbelovende; de instorting van een vijfde, moeten haar zwaar hebben getroffen. Vermoedelijk heeft alleen de naaste omgeving iets gemerkt van haar verdriet. De buiten wacht moge vooral haar fierheid, haar zelfbeheersing hebben gezien, deze kwamen zeker niet voort uit ongevoeligheid. Van haar echtgenoot kon ze behalve bij het organiseren van feesten en reizen weinig steun, weinig morele steun verwachten. Het paste trouwens bij haar autoritaire aard om veel zelf te doen. Geleidelijk zou ook de behartiging van ma teriële, van zakelijke belangen haar deel worden. Ze komt daarvoor op als een man, verwacht geen tegenspraak van haar omgeving, maar heeft wel een scherp oog voor wat ei in die omgeving leeft aan eigenschappen, die ze kan benutten. Bij momenten is ze genereus. Daarbij hangt veel af van de wijze, waarop men haar benadert. Haarlems burgemeestei in de jaren negentig verstaat de kunst haar te overtuigen. Ook de bouwer van het hotel Wiist in Zandvoort, waar ze minder goed mee uitkomt. Bij het zoeken naar medische hulp gaan haar sympathieën en antipathieën zeer ver.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1970 | | pagina 181