186 deel der Haarlemse patriotten al zou er nog veel aanvul lend onderzoek nodig zijn om hier tot verantwoorde conclu sies te komen anderzijds geven deze aantekeningen vooral voor genealogen interessante en nuttige informatie. Vooral omdat er zo weinig van dit soort genealogische bronnen be staan leek het mij nuttig om deze aantekeningen, tesamen met de lijst der ca 700 namen, uit te geven en toegankelijk te maken. De auteur van deze aantekeningen is anoniem gebleven. Wij kunnen slechts uit de aantekeningen opmaken dat hij deze in of zeer kort na 1834 opstelde. Dit jaartal is namelijk het meest recente dat de auteur aanhaalt en, in tegenstelling tot andere jaartallen, vermeldt hij voor 1834 ook de maan den 3. De man, want gezien zijn uitlatingen over de leden van het vrouwelijk geslacht behoorde hij zelf niet hiertoe, zal in 1834 wel op leeftijd geweest zijn, in de eerste plaats omdat hij 1795 bewust had meegemaakt en in de tweede plaats omdat hij met kennelijk genoegen „overleden" bij de namen van zijn inmiddels overleden medeburgers zet, een eigenschap die meer oudere mensen hebben. Voorts was de auteur fel Oranje gezind en anti-patriot, wat, zoals gezegd, zijn aantekeningen niet objectief maar wel „bewogen" maakt. Het was voorts een man die qua maatschappelijke status veel personen uit het volk kende. Behalve uit opmerkingen bij de personalia komt zijn prins gezindheid goed tot uiting in enkele tussengevoegde passages in het manuscriptje, die niet op één bepaalde persoon be trekking hebben en die wij in deze inleiding zullen over nemen: Zo vermeldt de auteur aan het begin van de personalia betreffende de personen die zich wel opgaven voor een volks club maar die niet meer geplaatst konden worden: „Dezen navolgende snaake zijn op een suppletielijst gesteld en in geen club geplaatst geworden, om reeden er al schelme genoeg voorhanden waaren die de rol van raddrayer konden speelen". Bij het begin van de lijst der vrouwen schrijft de onbekende auteur: „Dezen navolgende burgeressen of vrouwmensche

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1970 | | pagina 188