TIJDGENOTEN OVER HAARLEM
II. Een onbekende auteur1861.
Nadat wij in de vorige aflevering van deze serie de indrukken van
de 17e eeuwse Engelsman Brereton betreffende zijn bezoek aan Haarlem
hebben weergegeven, komt dit maal een Nederlander, wellicht zelfs
een Haarlemmer, aan het woord. Ook de periode is anderswij gaan
van 1634 naar 1861 en, typerend voor de romantische interesse van die
tijd, wordt niet de stad zelf, maar het landschap rond de stad beschreven.
In 1861 verscheen, ter gelegenheid van de in dat jaar te Haarlem
gehouden Algemeene Nationale Tentoonstelling van Nijverheid, een
serie van elf nummers van het Tentoonstelling-NieuwsHet was
een uitgave van J. J. Weeveringh te Haarlem, de kosten bedroegen
25 cents „per nommeren de inhoud bestond uit beschouwingen over
de tentoonstelling, plattegronden en afbeeldingen van de gebouwen
het voornaamste tentoonstellingscomplex was het huidige stadhuis
naamlijsten van juryleden en dergelijke. Voor de bezoekers die van
buiten Haarlem kwamen, waren er enkele artikelen opgenomen over
de voornaamste bezienswaardigheden van onze stad, een wandeling
rond de Grote Markt en „Een toertje door Haarlems fuidelijken
omtrek
Het is dit laatste Toertjedat, hier en daar bekort en ontdaan van
ook elders te vinden historische uitwijdingen, nu als tweede aflevering
van de serie Tijdgenoten over Haarlemverschijnt.
In de eerste plaats vanwege de vele aardige bijzonderheden die het
verschaft over het beschreven gebiedthans Haarlem zuid, Heemstede,
Bennebroek, De Glip, Vogelenzang en Aerdenhout. Het was de tijd
vóór de annexaties, toen men zich nog afvroeg of men de Haarlemmer
hout niet eigenlijk Heemsteedse Hout moest noemen, de tijd waarin de
Kleine Houtpoort nog niet gesloopt was, waarin het paviljoen Welge
legen nog een museum in plaats van het provinciaal bestuur huisvestte,
waarin de Haarlemmermeer nog slechts enkele jaren droog was en men
„om defensie redenengeen brug over de Ringvaart bij Heemstede had
gebouwd, een tijd tenslotte waarin de duinwaterleiding nog een be
zienswaardige nieuwigheid was. Na lezing zal men beseffen hoe veel
er de laatste eeuw in het hier beschreven landschap is veranderd. Ge-