247 saizoenen verloopen. Maar kom hier eens in de maand Mei en zeg dan nog, zoo ge kunt, dat die maand geen Bloeimaand meer heeten mag! Ginds, bij die deftige hoeve aan onze linker hand, Bronstee geheeten, verhief zich voor omstreeks vijf en twintig jaren eene fraaye heerenplaats van dien naam, die sedert geslecht werd; en daar ter regter zijde, juist bij de Koedieflaan en tegenover de aanvallige hofstede Land- en Spaarnzigt begint de Bleekersvaart, waar zich het meerendeel der 24 kleeder- bleeke-rijen bevindt, die het hare bijdragen om den omtrek van Haarlem vermaard te maken. Men schrijft inzonderheid aan het water de eigenschappen toe, waardoor de hier ge bleekte kleederen die ongemeene helderheid verkrijgen. Bleekers en bloemisten hebben in dezen omtrek het grootste gedeelte der gronden voor hunne nijverheid in gebruik; van daar dat gij betrekkelijk zoo weinig weiland en teelland of boomgaarden opmerkt. Wij zijn al lang op het gebied van Heemstede; bij de loge menten in den Hout waren we er reeds op; en omdat dat fraaye bosch voor een voornaam deel onder die gemeente behoort, zouden enkelen willen dat men den Haarlemmer Hout den Heemsteedschen Hout noemde Bij de Bleekersvaart begint inderdaad reeds het meer aan- eengebouwde deel van Heemstede. Die vaart loopt op de almede bebouwde Heeren-Zandvaart uit en sluit zich met deze, in den vorm van een regthoek, bij de zoogenoemde "ijzeren brug", aan den grindweg waarop wij ons bevinden, aan. Hadden wij den tijd, ik zou veel lust gevoelen om gindsch Belvedère met u te bestijgen, dat zich 200 voet boven den beganen grond verheft en uitnemend schoone gezigtspunten oplevert; gezigten nog zoveel schooner toen het Haarlemmer meer bestond. Dit Belvedère behoort tot het uit twee lust plaatsen, Groenendaal en Bosbeek, gevormde, zeer uitge strekte park van den Heer Hope, afstammeling van den stigter van het Paveljoen, die het echter slechts zelden bezoekt en zich meestal op zijne goederen in Engeland ophoudt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1970 | | pagina 249