253 het op den titel zijner Arcadia af te beelden. Ofschoon het er zeker half zo betooverend niet meer uitziet als in zijn tijd; ofschoon er geen lijkbus meer te vinden is en het voetstuk waarop zij schijnt gestaan te hebben zich demoedig of wanhopig? voorover in de kleine zeer troebele waterkom gestort heeft, acht ik het toch niet geheel zonder gevaar zulk eene plek in onzen haastigen toestand aan te doen. Ik bid U dus dat ge u voorlopig met het vignet der Arcadia vergenoegt. Van de Glip tot Bennebroek is maar een goed kwartier gaans. Wij komen, regts, langs Gliphoeve, eene aardige hof stede, en links, vlak bij het dorp, voorbij het pas geheel her bouwde Huis te Bennebroek, eene lustplaats van den am bachtsheer. Bennebroek is allerliefst gelegen, welgebouwd en ziet er welvarend uit. Het kerkje, in 1680 gebouwd, ligt ongemeen schilderachtig, tusschen hoog geboomte en frissche heesters, op een eenigzins verheven grond, en ziet er van binnen ook regt statig uit: inderdaad een kleine tempel. Terwijl te Heem stede de groote meerderheid der bevolking Katholiek is, wordt Bennebroek uitsluitend door Protestanten bewoond. Wij hebben hier het zuidelijksten en tevens het keerpunt van onzen togt bereikt. Aan uitstappen in den Zwarten Hond valt niet te denken. Wij laten ons eenvoudig een glas madera of limonade aan het rijtuig brengen. Reden wij regt uit dan zouden wij weldra den Vogelenzang bereiken. De kom dier gemeente is klein en onaanzienlijk. Zij wordt echter niet weinig opgeluisterd door de nieuwe Roomsche kerk, die zich daar, bijna voltooid, verheft en die, al kon haar torenspits vrij wat schilderachtiger zijn uitgevallen, toch fraai belooft te zullen wezen. De plaats van den heer Barnaart, die breede en hooge bosschaadje die zich daar langs het duin uitstrekt, is zeer vermaard in den omtrek en kan, dank hebbe de hu maniteit van haren eigenaar, ten allen tijde, ook wanneer zijne familie buiten is, door vreemdelingen worden bezocht. Bij den tuinbaas kan men thee- en koffijwater, pannekoekjes en zelfs een eenvoudig landelijk diné bekomenEen vol gende keer gaan wij er stellig heen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1970 | | pagina 255