30
bezorgd af: hoe krijgt hij het voor elkaar? Maar Tollenaar
versaagde niet. Hij behield steeds een bijna jongens-achtige
blijmoedigheid, welke hem een grote steun geweest moet zijn
bij zijn artistieke ondernemingen en hem in de omgang met
anderen zo sympathiek maakten.
Hij werkte graag met steenachtige materialen. Mozaieken
in baksteen, op een veertig meter lange muur van de Bakke
rijen van Vermaat (1964) en op een muurvlak van de St.
Petrus L.T.S. aan de Berlagelaan (1965), getuigen daarvan.
Ook kleinere werken werden door hem met liefde en zorg
tot stand gebracht, zoals wandversieringen in de St. Lucia-
school en in de voormalige H.B.S. voor meisjes in de Tempe
lierstraat.
Ik geloof dat het niet overdreven is te stellen dat Tollenaar
in de genoemde werken een eigen stijl ontwikkelde. Bij de uit
voering wist hij vaklieden te stimuleren. Ook zijn leerlingen
van de Kennemer Streekschool voor kleuterleidsters hebben
hem vaak bijgestaan. Het enthousiasme, dat de meisjes daar
bij toonden, gaf duidelijk blijk van een andere zijde van de
kunstenaar Tollenaar; zijn gave om zijn leerlingen te in
spireren en haar belangstelling te richten op de creatieve
mogelijkheden in het leven, zo belangrijk voor kleuterleidsters,
die nog zeer jonge kinderen in hun eerste ontwikkeling bege
leiden. Het was een genot om een blik te werpen in zijn klasse
en te zien, wat hij met zijn leerlingen wist te bereiken.
Zijn persoonlijke gaven heeft Levinus Tollenaar ook in
dienst gesteld van zijn collega artiesten. Hij was een van
de mede-oprichters van de Haarlemse Kunstenaars-ver
eniging „De Groep". Met andere leden daarvan heeft hij zich
o.m. beijverd voor het openstellen als tentoonstellings-ruimte
van de Vishal. Zijn contacten met zijn medemens waren
intensief en getuigden van sterk medeleven. In tal van com
missies en jury's heeft hij zitting gehad.
Ruim twintig jaar (vanaf 1946) is Tollenaar van de Nieuwe
Haarlemse Courant De Tijd recensent voor beeldende kunst
geweest. Zijn kritieken waren steeds opbouwend en gewetens
vol geschreven.