36
met alle moeilijkheden in oorlogstijd voortkomend uit het
contact met gehate bezetters, die hem in mei 1943 ontsloegen
en hem noopten onder te duiken. Maar bij de bevrijding van
Olst op 13 april 1945 was hij weer aanwezig in zijn gemeente.
Op 16 augustus 1945 trouwde hij met Mejuffrouw L. C. A.
L. Mundt, die hij in zijn onderduiktijd had leren kennen. Uit
hun huwelijk is één zoon geboren.
Op 15 februari 1950 werd hij benoemd tot burgemeester
van Heemstede en hier vierde hij onder zeer grote belang
stelling in 1961 zijn zilveren ambtsjubileum.
Hij hield van zijn ambt, dat met de jaren niet gemakkelijker
werd, omdat een burgemeester, levend in ,,een glazen huis",
veel critiek moet verdragen, die lang niet altijd gefundeerd is
of soms wordt uitgesproken door mensen, die de zaken niet kun
nen overzien. Een moeilijk ambt, dat onafhankelijkheid vraagt
in gebonden situaties, maar ook een mooi ambt, omdat het de
drager gelegenheid geeft er iets goeds van te maken.
Wat heeft van Rappard van zijn ambt gemaakt?
Allereerst was hij dienaar van zijn Koningin, die hem dit
ambt had toevertrouwd en dit voerde hem tot erkenning van
het hoge gezag, dat hij hoog hield niet om het gezag zelf en
zeker niet om zelf gezaghebber te zijn, maar omdat hij over
tuigd was, dat een maatschappij, die niet innerlijk een gezag
aanvaardt, te gronde moet gaan.
Hij was onafhankelijk. Om burgemeester voor alle burgers
te kunnen zijn meende hij politiek vrij te moeten staan van
elke partij binding. Onafhankelijk, ook in zijn oordeel en be
oordeling van situaties. Dit leidde wel eens tot een eenzijdig
en door anderen niet gewaardeerd oordeel, of tot een beslis
sing, die emotioneel genomen wellicht niet voldoende
doordacht was. Maar deze in wezen vrije mens was ook in
staat ongelijk te erkennen en goed te maken, waar hij onge
wild gekwetst had.
Onkreukbaar. Nimmer maakt hij misbruik van zijn positie
of van de mogelijkheden, die zijn werk hem zou kunnen geven.
Hij weigerde elke gunst, ook de goedbedoelde, want hij mocht
nimmer daardoor gebonden zijn.