43
slagen, weinig vermoedend dat hij daar nog eens in een
andere functie zou terugkeren. Van 1922 tot 1929 doceerde
hij bouwkunde aan de toenmalige M.T.S. te Haarlem en
nam deel aan een aantal prijsvragen. Zijn ontwerp voor een
Volkenbondsgebouw te Genève werd niet bekroond, maar
trok wel sterk de aandacht. Daarna won Friedhoff de besloten
prijsvraag voor de Christian Science Kerk te Amsterdam,
voor het hervormde Weeshuis te Amsterdam, voor het stad
huis te Enschedé en voor het Van Heutsz-monument in de
hoofdstad. Inmiddels had hij reeds relaties aangeknoopt met
de gemeente Haarlem die hem in 1938 benoemde tot hoofd
ingenieur van openbare werken, belast met de afdeling Bouw
kunde. Men sprak pas later van stadsarchitect. Het gezin
verhuisde toen naar Haarlem, waar hij aan de Beelslaan een
woonhuis bouwde voor zich en de zijnen. Toen had hij al
woonhuizen in Arnhem, Reewijk en Haarlem ontworpen.
Zijn belangstelling ging evenwel vooral uit naar grote ge
bouwen en als stadsarchitect kon hij in die richting veelvuldig
werkzaam zijn. Uit deze tijd dateert de bouw van de Führop-
school, de Floraschool, de Beatrixschool te Overveen, de
Wilhelminaschool en de Jan Pieterszoon Coenschool.
Als stadsarchitect, als lid van de schoonheidscommissie en
als bestuurslid van de vereniging Haerlem heeft Friedhoff
veel voor de architectuur in de stad gedaan. De herstellingen
aan de Hoofdwacht werden naar zijn ontwerp verricht: de
ingangsdeur werd in de oude toestand hersteld, het portaal
kreeg nieuwe plavuizen, er werd een nieuwe eikenhouten
trap aangebracht. De buitenkant van het gebouw werd in
frisse kleuren geschilderd.
In deze periode schreef Friedhoff voor de vereniging Haer
lem verscheidene necrologieën en gaf ontelbare deskundige
adviezen. In 1950 trad hij als bestuurslid af wegens vertrek
naar Wassenaar.
In 1946 bood Ir. Heyning, Directeur-Generaal van de
Rijksgebouwendienst hem namens de Regering de functie
van Rijksbouwmeester aan, die Friedhoff tot 1957 heeft ver
vuld. Hij bouwde in Den Haag de ministeries van Marine