49 doel was bereikt moest hij het werk echter staken. Gelukkig was zijn ziekbed kort en zijn dood zacht. Talloze jaren heeft De Wit deel uitgemaakt van het bestuur der Centrale Vereniging voor Openbare Bibliotheken. Ook voor het plattelandswerk, zoals dat vroeger heette, heeft hij zich zeer beijverd. Toen hij in 1960 na 10 jaar uit het Bestuur van de Stichting Provinciale Bibliotheekcentrale N.-Holland trad heeft men hem tot erelid benoemd. Tevens was hij van 19461956 voorzitter en later ere-voorzitter van „De Kring Noord-Holland benoorden het Y van de Ned. Vereniging van bibliothecarissen". Van zijn hand zijn verschillende artikelen in het tijdschrift „Bibliotheekleven" verschenen en in 1947 publiceerde hij „Bij het herdenken van 350 jaar Stadsbibliotheek van Haar lem" waarin hij de historie van de bibliotheek heeft be schreven. Na de oorlog heeft hij zijn werk voor de Volksuniversiteit weer opgevat en in 1946 samen met Dr. L. M. van Dis de V.U. heropgericht, waarvan hij van 19481956 voorzitter was. Ook de V.U. benoemde De Wit in 1959 bij zijn vertrek uit de gemeente Haarlem tot erelid. Zijn verdiensten werden bekroond met de koninklijke onderscheiding tot Officier in de orde van Oranje-Nassau. Uit dit alles blijkt wel dat De Wit een harde werker was. Niet alleen maakte hij lange, vrijwel non-stop werkdagen, maar ook 's avonds werkte hij praktisch altijd en als hij dat nodig oordeelde werkte hij 's nachts door. Steeds vol plannen en nieuwe ideeën, soms opgedaan in vacanties, kende zijn arbeidslust geen grenzen. Toch had deze man die altijd werkte ook altijd tijd. Tijd voor iedereen die zijn raad of oordeel vroeg. Hij stond voor iedereen klaar die zijn hulp nodig had, zelfs als dat niet werd verwacht en hij was royaal in ieder op zicht. Zijn medewerkers denken aan hem als iemand die ruim van hart was en die de kunst verstond van daadwerkelijk medeleven. C. M. Reeser

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1970 | | pagina 51