DE HISTORIE VAN EEN OPEN PLEK
IN DE LANGE VEERSTRAAT,
HOEK ANEGANG
Het is opmerkelijk, hoe een brand (en waarschijnlijk de
grootste in de 20e eeuw binnen de Haarlemse grenzen) een
sluier kan oplichten van de Haarlemse bouwtrant in het verre
verleden, want moet niet altijd het oude volledig wijken voor
het nieuwe? Vaak krijgen wij slechts tekenen van vroegere
bewoning diep in de grond, via archeologische vondsten. Nu
echter betreft het een stukje architektuur, dat verhuld werd
door moderne bebouwing. Ik doel hier op de grote brand van
de avond van de 19e maart 1970 in de woninginrichting
MARANKA op de hoek van de Anegang en de Lange Veer-
straat. Wegens het gevaar, dat de uitgebrande en verkoolde
resten leverden, lieten de slopers er geen gras over groeien en
vaagden binnen de kortst mogelijke tijd de herinneringen
aan de voormalige bebouwing op deze hoek weg. Nietsver
moedend braken zij vloer- en balklagen weg, totdat zij stuitten
op een stukje bouwkundig vakmanschap uit de tijd van onze
verre voorvaderen, uit de tijd, dat ons land nog overheerst
werd door de Spaanse tirannie en de Haarlemmers nog over
niets anders spraken dan over Kenau, over Ripperda, over
Alva, kortom over het beleg van Haarlem door de Spanjaar
den in 1572. De slopers werden namelijk tijdens hun mee
dogenloze werkzaamheden gekonfronteerd met een kelder,
die ogenschijnlijk uit de middeleeuwen dateert.
De plaats waar nu MARANKA in de as is gelegd, heeft er
in de 16e eeuw reeds zo troosteloos uitgezien als nu, zo niet,
nog troostelozer. Bij de grote brand van 1576 werd namelijk
vrijwel de gehele stad tussen de Waag en de Nieuwe Kerk
door het vuur verteerd, zo ook 25 huizen in de Lange Veer-
straat, waaronder de hoek Anegang/Lange Veerstraat. De
vraag rijst nu, of de kelder, die is blootgelegd, reeds van vóói