DE POORT KINDERHUI SVEST 17 In een vorige publicatie 1 heb ik vermeld, dat bovenge noemde poort, die wel altijd zo aangeduid wordt maar eigen lijk naast perceel Kinderhuisvest 17 staat, in 1882 is gebouwd. Hij is door de genie gemaakt om het terrein van het militaire hospitaal af te sluiten van de openbare weg, de Kinderhuis- vest, die daar toen aangelegd werd. Over deze poort, hoe vaak hij ook afgebeeld mag zijn,2 heb ik in het gemeente-archief te Haarlem vrijwel niets kunnen vinden. Uit beschrijvingen van Haarlem blijkt wel, dat het dateren van de bouw moeilijk is geweest. Zo schrijft J. M. Sterck-Proot: „Uit dien tijd is aan de Kinderhuisvest no. 17 een fraaie poort behouden, waar schijnlijk uit 1601, met het wapen van Haarlem er boven."3 J. Hoeben 4: „De poort is uit 1601". Voorzichtiger, maar toch onjuist is de Voorlopige lijst der Nederlandse monu menten van geschiedenis en kunst 5: „Vernieuwde poort met gebeeldhouwde steen uit het begin van de 17e eeuw." Het dichtst bij de waarheid is J. A. G. v. d. Steur 6: „In de nieuwe poort is nog aanwezig een oude steen uit de 17e eeuw met het wapen van Haarlem." Al deze moeilijkheden zouden gemak kelijk voorkomen zijn, als er op Allan maar een goed register bestond. Dat is er niet. Het volgende staat er b.v. niet in. Het is een „Opgave van de voornaamste werken, sedert 1878 van gemeentewege binnen Haarlem uitgevoerd"7: „Aan de Kinderhuisvest, bij de infirmerie is het voormalige „graanpakhuis met enige woningen voor gehuwde militairen „geamoveerd en is aldaar door de genie een poort gemaakt, „waarin een gedenksteen is geplaatst met het wapen van „Haarlem er op gebeiteld (volgens opgave van den Gemeente- architect). Deze steen is afkomstig uit het gesloopte huis te „Halfweg Haarlem-Leiden, doch staat met betrekking tot „zijn grootte en zwaarte volstrekt in geen behoorlijke ver houding tot de poort zelve, maar strekt deze eerder tot mis stand dan tot sieraad." Allan kon het weten, want hij woonde en werkte in die jaren

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1970 | | pagina 66