87
Hij werd zelfstandig, maar de band met Haarlem bleef.
De regenten en het Haarlemse maecenaat (onder wie H. J.
Scholten, schilder en conservator van Teyler's Stichting)
steunden hem met geld. Ook kreeg hij een beurs van de Rijks
academie voor Beeldende Kunsten te Amsterdam, op voor
waarde dat hij in drie jaar de akte M.O.-Tekenen behalen
zou. Toen hij om spoedig onafhankelijk te zijn, reeds na twee
jaar voor het examen opging, en slaagde, gaf de regent van
het Haarlemse weeshuis J. J. Enschedé hem spontaan, in
romantische grootmoedigheid, zijn eigen zilveren horloge.
Dit is voor Van Looy een dierbare relikwie gebleven.
Dan ontgroeit Van Looy Haarlem. De tijd van „Kunst zij
ons doel", waarvan hij als 18-jarige lid geworden was, laat
hij achter zich, hij wordt enthousiast en toegewijd leerling van
August Allebé en straks winnaar van de Prix de Rome. Hij
gaat zich thuis gevoelen in de Amsterdamse schilderskring.
Vooral met Willem Witsen voelt hij zich verbonden. Ook met
Haverman, Jan Veth, Toorop, Der Kinderen en Legras.
Eveneens met de jonge Tachtigers. Toen hij nog in Haarlem
„op de ververswerkplaats aan het wiel stond ,13 kende hij
Frederik van Eeden op grote afstand („Den jongeheer Van
Eeden, dien ik iederen keer voorbij zag gaan, omdat ik z'n
hoofd opmerkelijk vond"), nu komt hij dicht bij hem in de
kring van De Nieuwe Gids. Aanvankelijk staat hij nog wel
beschroomd en vreemd tegenover sommige^ van die echte
heren. Aan Albert Verwey schrijft hij nog in 1885 dat hij
nauwelijks bij Kloos op bezoek durft te gaan: „brrr. wat
een gure Juppiter".14 Er volgen dan veel reizen, en in 1892
trouwt hij met Titia van Gelder. Kort daarna begint zijn
Soester tijd.
Maar in 1907 keerde hij naar Haarlem terug. Eerst be
trokken de Van Looy's een huis in het Ripperdapark. Vijf
jaar later kochten zij een oud huis aan de Kleine Houtweg,
lieten dat slopen en naar eigen ontwerp werd hun nieuwe
woning gebouwd: het Huis Van Looy. Kort nadat Van Looy
in Haarlem was komen wonen, werd het Burgerweeshuis in
gericht tot Frans Halsmuseum. Bij de officiële opening was