ben de kroon van Noorwegen te verwerven. In 1815 ondernam hij een tocht in zuidelijke richting met bestemming het Heilige land. Hij kwam niet verder dan Korfoe. In de periode 1820-1823 vertoefde hij meestal te Frankfurt, waar hem ook een zoon ge boren werd.1 Sinds 1826, toen hij na een ruzie zijn burgerrecht van Basel had opgegeven, was het vooral de stad Leipzig die hem binnen haar muren zag. Onder de naam kolonel Gustafsson nam hij voortaan intrek in eenvoudige logementen. Z'n financiële situatie liet ook niets uitbundigs toe. Hij geraakte lichtelijk aan de drank, hetgeen hem in combinatie met zijn eigenzinnig karak ter herhaaldelijk in conflict bracht met zijn omgeving. Een zo veelste verhuizing was dan weer het gevolg.2 Gustaafs eerste bezoek aan ons land moet hebben plaatsgevonden in de herfst van 1824. Vermoedelijk heeft hij toen in Amsterdam gelogeerd ten huize van J. B. Ceulemans, een tapper aan de Reguliersbreestraat 6.3 In het najaar van 1827 kwam Gustaaf andermaal naar Nederland en deze keer zijn we van zijn doen en laten vrij nauwkeurig op de hoogte. De 24e oktober 1827 berichtte de Nederlandse gezant in Wenen baron Van Spaen van Voorstonde aan de minister van buiten landse zaken Verstolk van Soelen, dat hij bezoek ontvangen had van de heer De Polier Vernand die de belangen behartigde van prins Gustaaf van Zweden, de zoon van de ex-koning. Prins Gustaaf was officier in Oostenrijkse dienst. Hij had vernomen, dat zijn vader naar de Nederlanden was vertrokken, waarschijn lijk naar de omgeving van Luik waar zijn natuurlijke zoon woon achtig was. De prins was bezorgd over zijn vader die geheel al leen met vermoedelijk alles wat hij bezat op zak, namelijk fl. 30.000, op reis was gegaan. Direct contact tussen vader en zoon bestond niet meer sinds de laatste geweigerd had afstand te doen van zijn rechten op de Zweedse troon en zijn brieven niet langer door zijn vader werden beantwoord. Zonder dat zijn vader het wist, hield de prins echter toch nog een oogje in het zeil. Zo kon hij dank zij afspraken met bankiers zijn vader „stiekem" aan extra geld helpen. Prins Gustaaf verzocht op de hoogte gehouden te mogen worden van hetgeen zijn vader in de Nederlanden zou 104

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1971 | | pagina 106