evenwel niet doorgegaan. Over het boerenleven sprak de kolonel dikwijls in waarderende zin, „comme offrant a l'homme la condi tion la plus heureuse" (5). In een postscriptum meldde graaf Liedekerke nog zojuist vernomen te hebben, dat Gustafsson Spa had verlaten richting Aken.7 In een volgend schrijven ging de gouverneur nader in op Gustafs- sons overhaast vertrek. Het was vanwege een ruzie met de man die hem het huisje had zullen verhuren. Toen de hotelière bij zijn vertrek de opmerking had gemaakt, dat zij hoopte hem nog eens terug te zullen zien, had Gustafsson geantwoord: „Je ne pense plus revenir ici" (6). Op weg naar Aken had hij eerst Hervé aan gedaan, waar zijn natuurlijke zoon was ondergebracht bij een boer. Uit de rente van een kapitaal van 8000 francs werd het kind onderhouden. Zou het voor z'n tiende jaar sterven, het kind was nu zeven jaar, dan zou het kapitaal aan de boer komen. Een onverwacht blijk van uitzonderlijk groot vertrouwen bij Gustafs son! In Spa had Gustafsson herhaaldelijk verklaard weinig be staansmiddelen te hebben. Hij moest leven van de rente van een kapitaal van fl. 30.000. Aan goede omgangsvormen hechtte de kolonel veel waarde. Toen een keer enige reizigers met de hoed op het hoofd de hotelzaal waren binnengekomen, had ook Gustafsson z'n hoed opgezet en gezegd: „Voila comme il faut entrer dans un salon pour être a la mode" (7). Toen hij eens de gebeurtenissen verhaalde die in 1809 geleid hadden tot zijn val, stroomden hem de tranen over de wangen. Toch scheen hij niet naar zijn hoge positie terug te verlangen: „Je ne voudrais jamais y remonter, non jamais" (8). Hij zou graag een eigen lapje grond bezitten om daar wat te tuinieren. „Vous êtes heureux, vous riez toujours, mais vous êtes occupés. Moi je n'ai rien a faire." Aan het slot van zijn rapport memoreerde graaf Liedekerke, dat Gustafsson voor zijn komst in Spa het voornemen had gekoesterd op reis te gaan naar Turkije met welk doel hij in gezelschap ver keerde van een Griek, die hij echter had laten arresteren toen hij vergif op hem had aangetroffen.8 Het incident met de Griek was inmiddels ook prins Gustaaf in Karlsruhe ter ore gekomen. Bezorgd liet hij informeren naar détails van deze poging tot vergiftiging van zijn vader. „II craint 108

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1971 | | pagina 110