schillende kroegen hebben bezocht en biljart hebben gespeeld.24
In Gouda had hij blijkens een bericht van de commissaris aldaar
de nachtschuit naar Amsterdam genomen maar dit maal voorzien
van een lange blonde baard.25
De door hem zelf opgeroepen geesten bezorgden Van Maan en
toch wel angstvisioenen. Wel betwijfelde hij of de door de Dordt-
se commissaris beschreven persoon inderdaad Gustafsson was,
zoals hij aan de koning schreef,26 maar blijkbaar achtte hij het
absurde signalement toch van voldoende belang om het rond te
zenden. Van Rappards reactie maakt dit althans waarschijnlijk.
Zijn Gustafsson had geen baard, droeg geen bril en sprak geen
Hollands! De brief van de Goudse commissaris werd doorge
stuurd naar Amsterdam. De logementen daar werden uitgekamd
maar Gustafsson werd niet gevonden.27
Ondertussen zat Gustafsson onbewust van alle consternatie rond
zijn persoon hoog en droog in Aken, van waaruit hij de Engelse
consul in Rotterdam berichtte dat hij het hem toegezegde pas
poort zou komen halen, terwijl hij tevens de wens te kennen gaf
het burgerrecht van Helgoland te verwerven.28 Op 12 februari
wist de Nederlandse zaakgelastigde te Hamburg Van Goltstein
te melden, dat Gustafsson van de Engelse regering toestemming
had gekregen op Helgoland te gaan wonen. De Engelsen hadden
eerst de Zweedse koning Karei Johan geraadpleegd maar deze
had geen bezwaar gemaakt. De koning had Gustafsson genoemd
„un homme malheureux qui avait droit a la compassion de toute
personne bien pensante" (ll).29
Pas de 15e februari verscheen Gustafsson weer in ons land. Over
Nijmegen, Utrecht en Amsterdam reisde hij zonder oponthoud
linea recta naar Haarlem waar hij de 17e opnieuw zijn intrek
nam in „De Toelast".30 Hij leefde daar ingetogen en stil. Hij
scheen weliswaar minder mensenschuw te zijn dan bij zijn vorig
verblijf maar hij had toch met niemand anders enige omgang dan
met de heer Kuit, postmeester van de paardenposterij. Hij ging
alleen uit om 's avonds zijn brieven naar het postkantoor te
brengen. Behalve met de Engelse consul te Rotterdam corres
pondeerde hij met zijn kassier te Leipzig.31 Aangezien het hem
verstrekte paspoort niet deugde, omdat er in plaats van Gustafs-
114