titel van koning niet vergeten zou worden. Hij had echter een vreemde manier van in de opmerking te willen vallen, kleedde zich in volkomen strijd met de mode en zag er potsierlijk uit als hij langs de straten van Haarlem liep. Een lange jas die schuins achterwaarts neerhing en een buitengewoon hooge das die zijn kin ophief zodat hij in de lucht keek als bij een oude parade- marsch, daarbij een hooge hoed, alles ouderwetsch."56 Ten tijde van Gustafssons bezoek aan Haarlem was Gerlings de kinder schoenen nog maar nauwelijks ontgroeid. Een persoonlijke ken nismaking met de ex-koning heeft er dan ook waarschijnlijk niet plaatsgehad. Gerlings' grootvader Jan van Walré behoorde ech ter tot de kleine kring van Bilderdijks vrienden en ten huize van de dichter zou hij volgens zijn kleinzoon meermalen Gustafsson hebben aangetroffen. In de politierapporten lezen we over deze bezoeken van Gustafs son bij Bilderdijk niets. Zoals gezegd was de interesse van hoger hand voor zijn wel en wee niet zo groot meer. Alleen op 1 okto ber kwam er nog een vraag van de procureur-generaal of Gus tafsson nog steeds te Haarlem vertoefde, waarop de commissaris antwoordde, dat de kolonel „zeer stil en ingetogen" verblijf hield in „De Toelast".57 In februari 1830 was er sprake van, dat Gustafsson een ander pied-a-terre zou kiezen. Hij had het verlangen geuit om „ter be vordering van zijn gezondheid eene zeeplaats in Noord-Holland voor zijne woonstede te mogen uitkiezen". Namens de koning liet Verstolk van Soelen de gouverneur van Noord-Holland weten, „dat er geen bezwaar tegen was als de kolonel zodanige zee plaats in dat gewest zou uitkiezen als hij dienstig achtte".58 Er is evenwel geen enkele aanwijzing dat Gustafsson werkelijk de daad bij het woord heeft gevoegd en aan de kust is gaan wonen. Het enige dat erop zou kunnen wijzen, dat hij „De Toelast" heeft ver laten, is de mededeling van Gerlings die namelijk schrijft, dat Gustafsson logeerde in „De Gouden Leeuw" in de Zijlstraat. Wanneer hij daar zijn intrek heeft genomen, vermeldt hij echter niet. De 19e april berichtte commissaris Peltenburg aan de procureur- generaal, dat Gustafsson die dag afscheid was komen nemen met 122

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1971 | | pagina 124