n" teruggezonden. Gustafsson zond hem hierop de enveloppe waar- ;e" van het zegel niet verbroken was. Hij had de enveloppe met een 'er schaar geopend om het stuk aan Van Dam van Isselt te kunnen ui zenden. Hij verklaarde voorts graag naar Nederland terug te on keren mits hij beschermd werd „contre des persécutions et des a injustices" (34). De Haarlemse politiecommissaris verdiende zijn ier ontslag te krijgen, met een reprimande kon niet worden vol- du staan.100 Door ziekte kon Van Dam van Isselt pas op 24 maart llr 1836 antwoorden: hij had de kamerpresident de 23e december weten te overtuigen, dat de griffier in strijd met de regels had ge- an handeld. Gustafsson kon er zeker van zijn, dat hij als vreemde en ling dezelfde bescherming zou genieten als Nederlanders. 011 Gustafsson bleef hunkeren naar een terugkeer naar Nederland. In en zijn laatste brief aan de Staten-Generaal schreef hij dat hij op 8 en mei 1833 de Nederlandse grens had gepasseerd „non sans regret ier mais avec l'espoir qu'une décision juste et légale m'accorderait ;k- le droit et la consolation de retourner" (35) en hij roemde „la -r" douceur et la probité des moeurs nationales" (36).101 Toen zijn au schoonzoon, de groothertog van Oldenburg, informeerde naar en zijn gezondheid, dankte Gustafsson voor de belangstelling maar, nd z0 schreef hij, nog veel dankbaarder zou hij zijn „si vous auriez •'nt pu me procurer la faveur de quitter le séjour de St. Gall pour en retourner en Hollande" (37).102 Tot een terugkeer is het niet meer en gekomen. In februari 1837 is Gustafsson te Sankt-Gallen over- en leden. •if- aë> Gustafsson heeft het zichzelf en anderen niet gemakkelijk ge- er" maakt. Zichzelf waarschijnlijk nog het minst. Door een onbenul- de lig straatincidentje liet hij zich zijn laatste levensjaren vergallen, de Het idéé fixe van een massaal tegen hem gericht complot dreef ^e" hem uit het land, waar hij zich begon thuis te voelen. Een derge- :ne lijk gedrag laat zich niet verstandelijk beredeneren. Een redelijk sie denkend mens moest inzien, dat er voor een samenzwering zelfs niet een geringste schijn van bewijs te vinden was. Dat Gustafsson ieli desondanks er heilig van overtuigd bleef, dat hij slachtoffer was ine van een wijdvertakt complot, valt misschien te verklaren uit een onbewuste drang naar zelfrechtvaardiging: zich object te weten 133

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1971 | | pagina 135