135 van Uwe Majesteit af om te weten of ik mij direct tot de koning der Ne derlanden moet wenden of dat Uwe Majesteit er de voorkeur aan geeft door een vriendschappelijke raad 's konings aandacht erop te vestigen. (17) U schijnt me als een imbeciel te beschouwen met wie geen redelijk ge sprek mogelijk is; kijk, U beledigt me opnieuw door me als een nul te beschouwen; behoorde ik de le april niet tot de inwoners van Haarlem? (18) ik geloof dat het mijn plicht is Uwe Majesteit uit te leggen, dat ik onder geen beding de titel van koning kan beschouwen als toepasselijk op mijn tegenwoordige positie; aangezien ik ten tijde van de Zweedse revolutie van 1809 door al mijn broeders in de steek gelaten werd en ik dus zelfs niet onder de titel van gewezen koning bovengenoemde broers als wettig zou kunnen erkennen, heb ik de hoedanigheid van een particulier moe ten kiezen om te vermijden dat ik mij compromitteerde als men zich niet met mij wil compromitteren. (19) beledigingen van de titel koning van Zweden. (20) Uw toegenegen dienaar en neef. (21) mijn neef. (22) maar als de justitie en haar ambtenaren niet handelen, tot wie anders mi] te wenden dan tot de opperste rechter, een opvolger van Samuel, de ko ning zelf? (23) het hart van een tedere vader laat zich horen maar het hart van een rechter is onvermurwbaar, zijn mening is slechts gebaseerd op de wet; U hebt het recht gratie te verlenen maar gratie welke niet gebaseerd is op een principe wordt een onrechtvaardigheid; excuseer aan een vroegere opperste rechter dat hij zich zo openlijk uitspreekt. (24) ik zal mijn recht vervolgen zonder verder te wachten op een besluit van een regering even wettig als de Nederlandse. (25) het spijt me dat U zich nog altijd met die geschiedenis van die straat jongens bezighoudt, want dat schaadt Uw gezondheid; ik heb U afgera den deze geschiedenis door middel van de pers bekend te maken en ik blijf daarbij. (26) keukenproces, veertig exemplaren met een manuscript over „cubbud" (een soort biefstuk). (27) aangenomen maar geheel wettige kok van het Grand Hotel te Spa. (28) Haarlem, welks roem tot onze oren doordringt, geeft U onbetwistbare rechten op de eer die van hier aan U zal worden bewezen met de koerier van de diligence. (29) maar deze advocaat weigerde U er deelgenoot van te maken evenals de koning en de ambtenaren en dat nog wel na zich zo ingespannen te heb ben om mijn advocaat te worden; een dergelijk gedrag van de kant van een man der wet is op z'n minst zeer afkeurenswaardig zo niet zonder meer misdadig. (30) genoegdoening, d.w.z. terugbetaling der proceskosten en veiligheid bij zijn terugkeer naar Nederland. (31) ik durf te zeggen, dat zijn brief eerder die van een koning is dan de brief ondertekend met Willem. (32) de edele vaderlandsliefde waarvan U blijk gaf bij de debatten over de belangen van het volk waarvan U één der vertegenwoordigers bent, moedigt mij aan mij bij voorkeur tot U te richten; het is verre van mij te proberen bij de Staten-Generaal een juridisch vonnis los te krijgen maar ik heb hen deelgenoot willen maken van hetgeen er aan onregelmatigs

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1971 | | pagina 137