certen. Hij vond dat er mooi gespeeld werd. Hij moet het laatste deel van de bespeling hebben gehoord en er is alle reden om aan te nemen dat de organist daarin een machtig sluitstuk heeft opge bouwd waarbij in letterlijke en figuurlijke zin alle registers wer den opengetrokken. Het overweldigend geluid heeft hem er wel licht toe gebracht van de 5000 pijpen er 8000 te maken maar de vergissing, dat het Haarlemse orgel het grootste ter wereld zou zijn, wordt vaker gehoord en vindt waarschijnlijk haar oorsprong in de uitzonderlijke afmetingen van het massale orgelfront. In de muur van de Noorderkruiskapel werd Andersens aandacht nog getrokken door een borstbeeld van Koning Willem I, dat daar ter herinnering van de tweede Tentoonstelling van Voort brengselen van Nationale Nijverheid (in juli 1825 te Haarlem) geplaatst was. Typerend voor de tijd is wat J. Wolff daarover in zijn Beschrijving van de Groote of St. Bavo-Kerk te Haarlem (1845) vertelt: „Onder de tentoongestelde voorwerpen bevond zich ook een in marmer gebeiteld Borstbeeld van de koning, ver vaardigd door den Heer (J.F.) Sigault Cz. [1787-1883] te Am sterdam. Deze kunstenaar had aan de Stadsregering kenbaar ge maakt, dat achting voor het Vaderland, en liefde tot Zijne Majes teit den koning aan wien ons land sedert Hoogstdeszelfs terug komst, deszelfs opkomst te danken had, hem hadden bewogen een Monument te vervaardigen, waaraan de nakomelingschap zich steeds aan Zijne Majesteit, als beschermer der kunsten en wetenschappen, kon herinneren; verklarende hij dit Monument aan de stad Haarlem, ten geschenke te geven, zonder eenige de minste belooning daarvoor te begeeren, terwijl hij nog daaren boven aanbood, om het stellen van dat stuk, voor zijne rekening te nemen" (p. 110-111). Menige Haarlemmer zal geneigd zijn te denken, dat Andersen na de vermoeienissen bij Brinkmann de lunch gebruikte. Brinkmann opende echter pas op 12 juni 1880 zijn poorten. Waarschijnlijk heeft de beroemde Deen in het bekende logement „Het Gulden Vlies" op de Grote Markt naast het Costerhuis de kelner met een te kleine fooi teleurgesteld. Om 5 uur verliet Andersen op die 15e juni 1847 Haarlem. Hij kwam nog in 1866 en 1868 naar Nederland, maar de Spaarne- 151

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1971 | | pagina 153