Inrichting en organisatie van het Gasthuis voor besmettelijke ziek ten. Gebouw. Allan zegt, dat de gevelsteen met het bouwjaar ont brak.22 Dit jaar is dan ook niet bekend, maar in ieder geval was het van voor 1800. In 1863 werd het voor de brandverzekering geschat op 9700.23 Ter vergelijking: het Stads armen- en zie kenhuis op 38300. Voor het overige zie mijn vorige artikel.24 Inrichting. Gegevens over de inrichting van ziekenhuizen van ruim 100 jaar geleden zijn schaars. Van het inwendige van ons G.B.Z. zijn geen afbeeldingen bekend, maar toevalligewijze ken nen wij de inrichting toch wel goed. Er is n.l. een inventaris van de hand van de concierge uit 1858 bewaard,25 evenals de boek houding, waarin alle aanschaffingen van 1859-1876 vermeld staan.26 De inrichting was sober. In 1858 waren er 8 houten kribben, waarvan twee met groene gordijnen. Hierbij 10 „vaaren" en 2 „veren" bedden, waarbij 10 en 2 dito „hoofdpeulen" en nog eens 10 kussens. 18 wollen dekens en 24 „catoene" lakens met evenveel slopen vormden verder het beddegoed. Het meubi lair bestond uit 2 tafels en 26 banken (bankjes?). Zoals toen ge bruikelijk was, droegen de patiënten de kleding van het huis. Er waren 24 manshemden, 24 vrouwenhemden, 20 halsdoeken, 12 vrouwen- en 12 mannenmutsen. 12 Handdoeken lijkt ons wel wat aan de krappe kant. Cholera-patienten hebben sterk de nei ging tot afkoelen, 50 waterkruiken dienden om hun temperatuur op peil te houden. Voeg hier nog aan toe 12 waterpotten en enig kommaliewant en de uitrusting was compleet. Natuurlijk is deze later wel wat aangevuld, maar toch weinig. Artikelen, die in grote hoeveelheden gekocht werden, waren haverdoppen en stroo voor bedvulsel. Men had geen matrassen maar lag op een bedde- zak; de inhoud hiervan, stroo of haverdoppen, werd blijkbaar veelvuldig vernieuwd; de zakken konden gemakkelijk gewassen worden. Van de vijf gordijnen uit de inventaris van 1858 zal er wel een voor de dokterskamer bestemd zijn. Want het stadsbe stuur had zich voorgesteld, dat er een medicus intern zou zijn. Het vroeg immers in 1857 bedden, o.a. voor de interne (zie bldz. 156). In 1859, toen men zeer beducht was voor cholera, droeg de plaatselijke geneeskundige commissie de chirurgische student 158

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1971 | | pagina 160