1946 FRANS HALSMUSEUM 1971
Gaarne voldoe ik aan het verzoek van het Bestuur van de „Ver
eniging Haerlem" om bij het beëindigen van mijn directoraat in
beknopte vorm iets te vertellen omtrent mijn ervaringen geduren
de de 26 jaren, dat ik het voorrecht had de „huishouding" in
Hals' Huis te mogen voeren en de doeleinden, waarnaar ik in die
tijd gestreefd heb. In beknopte vorm dus, om de leesbaarheid te
dienen en de essentialia beter uit de verf te laten komen. Voor
meer gedetailleerde gegevens kan men bovendien de jaarversla
gen van het museum tot en met 1962 raadplegen en daarna de
kwartaalverslagen.
Toen ondergetekende in december 1945, na zijn benoeming tot
directeur, een eerste oriënterend bezoek bracht aan het museum,
dat aan zijn zorgen werd toevertrouwd, gaf de ontvangst die hem
werd bereid een extra impuls aan zijn aspiraties: bureaulist en
suppoosten hadden zich - gekleed in sombere geklede jassen an
no 1900 - naast het bureaulisten-tafeltje met rood-pluche tafel
kleed onbeweeglijk in het gelid opgesteld, als voor de inspectie
door een nieuwe generaalAldus belichaamden zij onver
moed de oudheidkamer-sfeer, die vóór de tweede wereldoorlog
nog steeds het stempel drukte op een interieur, waarvan de in
richting het grootst mogelijke contrast vormde met het karakter
van de hoofdbewoner, Frans Hals.
Toen de kunstschatten van het museum, na 5-jarig verblijf in de
schuilkelders weer hun weg hadden gevonden naar het Groot
Heiligland, bleven opstelling en inrichting in harmonie met de
geklede jassen van de suppoosten, die hun verantwoordelijke
taak op de vertrouwde voet konden hervatten.
Evenals die antieke jassen de toegewijde opzichters verhinderden
zich als „tijdgenoten" van de bezoekers te doen herkennen, even
zo werd door de oudheidkamer-sfeer aan de verzamelingen de
mogelijkheid onthouden de draagwijdte van haar schoonheid te
ontplooiien. De heterogene expositie, karakteristiek voor de
vroege fase van museuminrichting, had in Haarlem een taai le
ven, waaraan het conservatief klimaat van de Spaarnestad niet
vreemd was. Het was directeur Gratama, sedert 1912 in functie,
164