niet gegeven ook maar de minste ruimte te vinden voor vernieu wingen en andere inzichten, die het museumwezen in de jaren twintig boeiender perspectieven boden. De hoofddirecteur van het Rijksmuseum, Dr. F. Schmidt-Degener (f 1941), had sedert 1922, profiterend van zijn ervaringen bij de reorganisatie van het museum Boymans te Rotterdam, een al-omvattende reor ganisatie van het Rijksmuseum ter hand genomen. Zijn baan brekende museale arbeid vond tijdens de stadia van de realise ring wèl waardering tot in het buitenland, maar in dat opzicht lag Haarlem toch té ver van de hoofdstad om er mede van te kunnen profiteren. De enorme achterstand op alle onderdelen van het museale be stel had in zoverre een gunstige kant, dat reorganisatie, restaura tie en exploitatie „van de grond" af konden worden op- en uit gebouwd. Sedert 1913 waren er geen investeringen van betekenis geweest, die „hernieuwde" kosten voor het reorganisatieplan an no 1946 gemotiveerd hadden kunnen afremmen. Bovendien wa ren de „outillage-mogelijkheden" (elektrische installaties, mate riaal-keuze, verwarmings-systeem enz.) veel gunstiger dan vóór 1940, waardoor het late ter hand nemen van de achterstallige projecten - ook in de administratieve en documentaire sector - zeer efficiënt werkte, zowel in het financiële als in het functio nele vlak. In het bestaan van het Frans Halsmuseum was het een historisch moment, toen burgemeester Reinalda en de wethouders op een werkbezoek in het museum, na de veel-eisende plannen van de nieuwe directeur te hebben aangehoord, in principe besloten aan de „ontsluiting" van het kostelijk museum uit zijn provinciaal isolement hun medewerking te verzekeren. Hierna zullen dan de essentialia van de drie belangrijkste aspec ten worden belicht waaraan, op basis van de medewerking van het gemeentebestuur, kon worden gewerkt: de reorganisatie der verzamelingen, de exploitatie van het museum en de restauratie, zowel van het gebouw zelf als van de kunstschatten. Drie fundamentele feilen belemmerden het zicht op de verzame lingen en de harmonie daarvan met het inspirerende interieur. 166

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1971 | | pagina 168