zaal in 1960 door uitbreiding met foyer en keuken. Het vrijkomen van de Hals-kabineten bood ruimte aan de schil derijen in het arrangement waarvan werd gesproken. Dit arran gement werd „omspeeld" door de meubelen en de kunstnijver heid, de penningen en munten, miniaturen en silhouetten, de Cos- teriana en het (over alle lokaliteiten verspreid) gebrandschilderd glas, altegaar elementen die het museum-interieur zijn geur ver lenen. In dit verband zij vermeld dat de waardevolle objecten, afkomstig van de stadsapotheek en van de verzameling van Dr. H. Kruseman (1913) overzichtelijk konden worden tentoonge steld in een kast, die werd verworven uit de inboedel van een liquiderende apotheek in Delft. De zilver-verzameling, na 1946 rijkelijk aangevuld met specimina van Haarlemse zilversmeden, kon in een zilverkabinet een eigen leven leiden. Deze kant van het museumbezit kreeg een even onverwachte als waardevolle toevoeging door de aankoop van het zogenaamde Poppenhuis van Blaauw uit het midden van de 18e eeuw, met zijn meer dan 3000 voorwerpen. De bovenverdieping (de ziekenzaaltjes van oudemannenhuis en weeshuis) bekend als de zolder van het Frans Halsmuseum, kon worden verbouwd als prentenkabinet ten behoeve van tijdelijke tentoonstellingen van oude zowel als moderne kunst, een be weeglijk element tegenover het statische karakter der vaste ver zamelingen. Zonder de tentoonstellingscapaciteit afbreuk te doen kon in deze ruimte een vijftal kamers voor leden van de museum staf worden ingebouwd. Sedert 1970 sluit hierbij het permanente Van Looy-kabinet aan, waardoor de schilder-schrijver Jacobus van Looy weer terug kwam in het Huis, waarin hij 17 jaren van zijn jeugd heeft door gebracht: een „onderdak" dat hem afdoende garantie biedt voor het bezoek, waarvan hij in het Van Looy Huis, sedert 1950 als zodanig geëxploiteerd, nagenoeg verstoken was gebleven. De talrijke „finishing touches", aangebracht aan in- en exterieur, blijven onvermeld om overlading van informatie te voorkomen. Niettemin is de verzorging van deze „intieme' elementen van groot belang geweest om in- en exterieur zijn optimale klank te geven. 169

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1971 | | pagina 171