„close up" hiervan zou immers een moeizaam leesbaar relaas zijn
geworden. Wel dient men zich te realiseren dat door deze vogel
vlucht tientallen medewerkers „over het hoofd" worden gezien.
Slechts waar onvermijdelijk werden namen genoemd en ik acht
het daarom een dure plicht te verzekeren, dat ALLES wat in die
26 jaren tot stand werd gebracht resultante is van gezamenlijke
inspanning op alle „fronten": ik zie die fronten gestalte krijgen in
de successievelijke gemeentebesturen en Gemeente-secretarissen,
in de ambtenaren van de verschillende afdelingen van het stad
huis, waaronder uiteraard in de eerste plaats die van het Bureau
Culturele Zaken, in staf- en personeelsleden van het museum,
Directie en ambtenaren van Openbare Werken, de Gemeentear
chivaris en zijn medewerkers, de Dienst van Hout en Plantsoe
nen, de Direkteur en ambtenaren van de Dienst voor Sociale Za
ken, museum-collega's, in de leden van de onderscheiden com
missies en nog velen meer.
Alleen door het vruchtbare teamwork met al dezen, in een sfeer
van goede verstandhouding, kon dit alles tot stand worden ge
bracht.
In zijn Journal Anno 1852 heeft Eugène Delacroix aangetekend:
„Les opinions se modifient nécessairement: on ne connait jamais
suffisamment un maitre pour en parler absolument et définitive-
ment". Deze uitspraak geldt ook de kunstenaars, wier werken
durend leven in het museum, dat discussieplaats dient te blijven
voor de opeenvolgende generaties. Een critische generatie staat
thans open voor cultuurplannen en het inspraak-principe, voor
de „éducation permanente" en creativiteits-bevordering. Aan
zulk een ambitieuze generatie kan met een gerust hart de zorg
worden toevertrouwd voor het fenomeen, dat ondergetekende het
voorrecht heeft gehad 43 jaren te mogen dienen: de Kunst - het
gebied, dat onbegrensde ruimte laat om gestalte te geven aan het
wisselend wereldbeeld. In dit verband acht ik het t.a.v. museum
beleid een gezonde ontwikkeling als de correcte uniformen, die
een kwart eeuw geleden de suppoosten een nieuw aanschijn ga
ven, binnen afzienbare tijd wellicht als „folklore het lot zullen
delen van de geklede jassen, Anno 1900
185